Genetica - SE voorbereiding

Genetica: 11 oefenopgaven
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Genetica: 11 oefenopgaven

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Deze "fainting goats" hebben een homozygoot recessief genotype. Een heterozygote bok (♂) en een heterozygote geit (♀) krijgen nakomelingen. Hoeveel van deze nakomelingen zullen flauwvallende bokken (♂) zijn?
A
75%
B
50%
C
25%
D
12,5%

Slide 3 - Quiz

Bij hamsters wordt de vachtkleur bepaald door een autosomaal allelenpaar. Hamsters kunnen een zwarte, grijze of witte vacht hebben. Een hamster met een grijze vacht paart met een hamster met een witte vacht.

Hoe groot is de kans dat de eerste hamster die geboren wordt, een witte vacht heeft? Maak een kruisingsschema.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quiz

Een vrouw is heterozygoot voor de recessieve, X- chromosomale aandoening Ziekte van Duchenne. Haar man is gezond. Wat zijn de genotypen van dit echtpaar?
A
Aa en aa
B
XAXa en XAY
C
XAXa en XAYA
D
XAXa en XaYa

Slide 5 - Quiz

Hoe groot is de kans dat het zoontje van dit echtpaar (dus XAXa en XAY) de ziekte van Duchenne heeft?
A
50%
B
0%
C
25%
D
75%

Slide 6 - Quiz

Welke zin over een dominante x-chromosomale overerving van een afwijking is juist?
A
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn zoons
B
Een vader met een afwijking geeft dit door aan al zijn dochters
C
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar zoons
D
Een moeder met een afwijking geeft dit door aan al haar dochters

Slide 7 - Quiz

De kinderen van een man met bloedgroep A, en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de
volgende bloedgroepen hebben:
A
Alleen AB
B
A, B, AB en O
C
Alleen A of B
D
A, B en AB

Slide 8 - Quiz

Bij de bloedgroepen spelen drie allelen IA, IB en i een rol.
Een vrouw heeft bloedgroep B. Haar kind heeft bloedgroep A.
Welk genotype of welke genotypen kan de moeder hebben? En het kind?

A
moeder: IBi en het kind: IAi
B
moeder: IBIB of IBi en het kind: IAIA of IAi
C
moeder: IBi en het kind: IAIA of IAi
D
moeder: IBIB of IBi en het kind: IAi

Slide 9 - Quiz


Gekoppelde genen 
 




A
0
B
1/8
C
1/4
D
1/2

Slide 10 - Quiz

Schrijf van elk individu in deze stamboom het genotype op.

Slide 11 - Open question

Bij fruitvliegen is allel b X-chromosomaal, recessief en een letale factor bij het ontbreken van het dominante allel B.

Welke bewering klopt over deze letale factor?
A
Heterozygoot voor allel b is niet levensvatbaar
B
Alleen dodelijk voor mannelijk nageslacht
C
Homozygoot voor allel b is niet levensvatbaar
D
Vrouwen kunnen deze letale factor niet krijgen

Slide 12 - Quiz

Bij fruitvliegen is allel b X-chromosomaal, recessief en een letale factor bij het ontbreken van het dominante allel B.
Een heterozygoot vrouwtje krijgt 24 nakomelingen met hetzelfde mannetje. Hoeveel van deze nakomelingen zijn waarschijnlijk heterozygote vrouwtjes?
A
4
B
6
C
8
D
12

Slide 13 - Quiz