OSRACT Les 5 Per 1. Volwassenen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Leeftijd 

Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lichameijke achteruitgang
Menopauze
Overgang
Midlife crisis

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Door alle ervaringen diie een oudere heeft opgedaan kan hij alles in een breder verband zien. De oudere is gevoelig en verdraagzaam.
De ouders klinken hierin vaak nog door, zowel in positieve als in negatieve zin. 
Innerlijke stem
Levenswijsheid

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Bij sociale ontwikkeling gaat het erom hoe je kunt omgaan met anderen en hoe dit zich ontwikkelt als je ouder wordt. Bij emotionele ontwikkeling gaat het erom hoe je kunt omgaan met je emoties en hoe je dit ontwikkelt als je ouder wordt.
Het sociale leven van volwassenen draait om:
• kinderen krijgen;
• kinderen opvoeden;
• de relatie met de partner;
• vrienden en kennissen;
• de relatie met de eigen ouders (en vaak ook het verlies daarvan).

Slide 6 - Slide

Ieder mens komt in zijn leven voor de vraag te staan: wil ik kinderen of niet? Het aantal mensen dat geen kinderen wil, neemt nog steeds toe. Nogal wat volwassenen die lang twijfelen of ze kinderen willen, kiezen hier op latere leeftijd alsnog voor. Deze laatste-kans-moeders doen de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen stijgen. 

Slide 7 - Slide

Die gemiddelde leeftijd ligt momenteel rond de 29½ jaar. Na de komst van het eerste kind gaan veel vrouwen minder werken. Sommigen stoppen helemaal, maar meestal is dit tijdelijk.

Mannen zijn tegenwoordig meer betrokken bij de verzorging en opvoeding van kinderen dan vroeger. Maar het belangrijkste levensterrein voor hen is nog vaak “het werk”. Het zijn nog altijd vooral mannen die carrière willen maken, terwijl vrouwen na de komst van kinderen vaak juist minder gaan werken. Ook kiest een man vaak voor een maatschappelijke carrière boven de zorg voor het huishouden en kinderen, omdat die zorg over het algemeen laag wordt gewaardeerd.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Vroeg of laat komt het moment dat de kinderen het ouderlijk huis verlaten en zelfstandig gaan wonen. Uit onderzoek blijkt dat ouders over het algemeen niet lijden onder het uitvliegen van de kinderen. Maar 5 procent van de ouders lijdt aan het zogeheten lege nest syndroom. Als de zorg voor de kinderen wegvalt, kunnen ouders in een ‘gat’ vallen. Zij moeten dan op zoek naar een andere invulling voor dat gedeelte van hun leven.

Slide 10 - Slide

In de fase van de jongvolwassenheid hebben volwassenen behoefte aan vriendschappen en bindingen voor langere tijd. Er is de behoefte aan intimiteit en seksualiteit. Veel jongvolwassenen hebben of wensen daarom een duurzame partnerrelatie met één persoon. De keuze van de partner is vaak onbewust gebaseerd op gelijkheid. De partner heeft dezelfde sociaaleconomische achtergrond, een vergelijkbare levenshouding en vindt dezelfde dingen in het leven belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat grote verschillen in levenshouding bij partners vaker resulteren in een echtscheiding.
De meeste volwassenen hebben een vaste relatie, maar het aantal alleenstaanden groeit; het gaat om één op de drie huishoudens. De stijging van eenpersoonshuishoudens doet zich voor bij alle leeftijdsgroepen, inclusief ouderen. In de stad is deze stijging groter dan in de dorpen.

Slide 11 - Slide

Met het krijgen van kinderen krijgt de volwassene een nieuwe rol: die van ouder. Hij is niet langer alleen maar het kind van zijn ouders, maar is nu zelf ook een ouder die eigen kinderen heeft. Op zo'n moment kan de relatie met de eigen ouders veranderen. Vaak wordt er advies en steun gevraagd bij de ouders.

Andersom zorgt de volwassene soms voor zijn bejaarde ouders. Als de eigen ouders hulpbehoevend of ziek worden, kan dit leiden tot een rolomkering: niet de ouder zorgt voor het (inmiddels volwassen geworden) kind, maar het kind zorgt voor de ouders. Dit kan een behoorlijke belasting zijn en een aanslag doen op de tijd en vooral ook op de energie van de volwassene.

Soms is de volwassene mantelzorger voor zijn ouder. Het tegelijkertijd zorg (willen) dragen voor de eigen kinderen en het geven van mantelzorg aan de eigen ouders kan zwaar vallen. Volwassenen hebben het al druk met hun eigen gezin, werk en huishouden. Als daar de zorg voor hun vader of moeder nog bijkomt, dan legt dat nóg meer druk op hen. De meesten leveren vooral vrije tijd in om ruimte te maken voor mantelzorg. 


Slide 12 - Slide

Allochtone mantelzorgers hebben meer kans om overbelast te raken dan autochtone mantelzorgers. Dat komt onder andere doordat zij:
• gemiddeld jonger zijn dan autochtone mantelzorgers, waardoor ze komen klem te zitten tussen gezin en werk enerzijds en de zorg voor hun ouders anderzijds;
• vaak langer en intensiever mantelzorg verlenen dan autochtone mantelzorgers;
• vanuit hun familie of gemeenschap vaker sociale druk ondervinden om zorgtaken op zich te nemen. Ze durven de eigen rol nauwelijks bespreekbaar te maken en er zijn weinig mogelijkheden voor ondersteuning.
Zowel voor autochtonen als allochtonen geldt dat het vooral vrouwen zijn die mantelzorgtaken op zich nemen.

Slide 13 - Slide

Als de laatste ouder overlijdt hebben veel mensen de ervaring dat ze definitief ‘kind-af’ zijn. Het overlijden betekent een confrontatie met de eigen sterfelijkheid, want er is geen generatie meer boven je. Dat kan een volwassene angstig maken, hij kan bang zijn nóg meer te verliezen. Een volwassene kan ook een verlaten gevoel hebben: hij kan nóóit meer een vraag stellen aan zijn vader of moeder, nóóit meer een herinnering met hen delen. Na het overlijden van de ouders kan de relatie met broers en zussen belangrijker worden, maar soms vermindert het contact juist als de ouder als centrale figuur wegvalt.

Slide 14 - Slide

Tijdens de fase van de volwassenheid blijven de meeste mannen en vrouwen seksueel actief. Wel kan de seksuele activiteit afnemen of veranderen. Factoren die van invloed zijn op het seksuele gedrag zijn:
• Door het huwelijk of het samenwonen is er vaak één vaste seksuele partner aan wie men zich bindt.
• Het is te druk met kinderen of het werk kan de seksuele activiteit verminderen.
• Bij echtscheiding wijzigt het seksuele gedrag door het verlies van een vaste seksuele partner.
• De veranderde hormoonproductie tijdens de overgang en een prostaatoperatie bij de man kunnen invloed hebben op het seksuele gedrag.

Een volwassene die iets niet zelf kan, vraagt niet gemakkelijk om hulp. Waarom denk je?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Een helpende werkt met volwassenen die om de een of andere reden niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. Dat kan een lichamelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld een ziekte of ongeval. Het kan ook een psychische oorzaak hebben. Bijvoorbeeld als iemand in de war is en in een psychose raakt of depressief wordt. Ook hebben volwassenen soms hulp nodig bij allerlei sociale problemen.
Hulp vragen is lastig
Een volwassene die iets niet zelf kan, vraagt niet gemakkelijk om hulp. Mensen schamen zich er vaak voor dat zij hulp nodig hebben. Volwassenen zijn een zelfstandig leven gewend. Het kan daardoor extra moeilijk zijn als anderen taken overnemen.
Spanningen
Voor volwassenen met een gezin en een baan kan een ziekte ook veel spanningen met zich meebrengen. Lukt het thuis wel? Is mijn baan er nog als ik terugkom uit het revalidatiecentrum? Hoe reageren de kinderen erop dat ik bijna niets meer kan? Hun vaak drukbezette leven beperkt zich opeens tot alleen een bed. Hun omgeving wordt plotseling heel erg klein. Mensen kunnen zich daardoor heel hulpeloos voelen.
Respect
Bij de begeleiding van volwassenen is het vooral belangrijk dat je probeert je in te leven. Probeer je voor te stellen hoe het voelt om zo hulpeloos te zijn. Behandel de ander met respect en betuttel niet! Betuttelen betekent hier ‘als een klein kind behandelen’. Je zegt dus niet: ‘Kom maar hier met dat formulier, dat vul ik het wel even in. Dan is het veel sneller gebeurd.’ Maar: ‘Vindt u het misschien prettig als ik u help bij het beantwoorden van de vragen?’ Het is belangrijk dat je de volwassene zoveel mogelijk het gevoel geeft dat zijn mening ertoe doet. Betrek hem bij beslissingen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting..

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De gemiddelde leeftijd waarop Nederlandse vrouwen voor het eerst moeder worden is..
A
19 jaar
B
25 jaar
C
28 jaar
D
30 jaar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een volwassene zoekt in een relatie iemand die heel anders is dan zij zelf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat vond je het interessantste van de les over volwassenen?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Zou je zelf willen werken met volwassenen/ Zoja, waarom? Zo nee, waarom?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Opdracht

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions