Eerste kookles

Eerste kookles op school
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Eerste kookles op school

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen:

- 2 keer in de week horeca les
- 1 theorieles en 1 praktijkles
- Om 12.30 begint de les

Slide 2 - Slide

Programma:

Aan het einde van de week kennen jullie :

- de regels en afspraken in het kooklokaal
- de hygiëne regels
- de werking van de kookplaat
- hebben jullie je eerste gerecht gemaakt!!!


Slide 3 - Slide

Wat heb jij al eens gedaan in de keuken?

Slide 4 - Mind map

Welke regels gelden er in de keuken?

Slide 5 - Mind map

De werkplek
A
afval mag op het aanrecht, je ruimt het aan het einde op
B
afval op de snijplanken laten liggen
C
afval direct in het afvalbakje, geen rommel op het aanrecht
D
afval in de gootsteen doen

Slide 6 - Quiz

- Nagels moeten schoon en kort zijn
- Goede persoonlijke hygiëne 
- Wondjes: altijd melden, afdekken met een pleister en evt. een handschoen
Kleding en hygiëne:

Slide 7 - Slide

Tijdens het koken
Aanrecht - werkplek:
Schoonhouden met het vaatdoekje of papier

Afval: Direct in het afvalbakje

Lepels / vorken / spatels:
Niet op het aanrecht maar bijv. op een bord

Klaargemaakte ingrediënten:
Op een bord/schaaltje (niet op het aanrecht).
               DE WERKPLEK BLIJFT SCHOON

Slide 8 - Slide

Voor ik ga koken moet ik:
A
haren vast en handen wassen
B
Schort aan, haren vast en handen wassen
C
Alleen handen wassen als ik iets maak wat niet warm wordt
D
Niets, ik kan meteen beginnen

Slide 9 - Quiz


Wat is waar?
A
vaatdoekje om de handen mee af te drogen
B
vaatdoekje om de afwas mee af te drogen
C
vaatdoekje om de werkplek mee schoon te houden
D
vaatdoekje om een pan mee leeg te vegen

Slide 10 - Quiz


Wat is waar?
A
theedoek om de handen mee af te drogen
B
theedoek om de afwas mee af te drogen
C
theedoek om de werkplek mee schoon te houden
D
theedoek om een pan mee leeg te vegen

Slide 11 - Quiz

Je gebruikt tijdens het koken steeds:
een mesje (snijden groente), een lepel (roeren), een vork ('prikken of iets gaar is).
Waar laat je dat materiaal 'even tussendoor'
A
op het aanrecht / op de werkplek
B
op een daarvoor bedoeld bord en/of bijvoorbeeld op de snijplank
C
die doe je steeds in de afwas, je wast elke keer tussendoor af. Dat kan wel 10x zijn.
D
in de gootsteen

Slide 12 - Quiz

Je hebt gegeten.
Er liggen nog wat kleine etensresten op je bord. Wat doe je daarmee?
A
Die gaan met je bord, in het afwaswater
B
Die spoel je eraf met water, ze komen in de gootsteen
C
Die veeg je eraf, op het aanrecht
D
Die haal je eraf, je doet ze in het afvalbakje/de afvalbak

Slide 13 - Quiz

Afwassen
doe je in
A
kokend water met een beetje afwasmiddel
B
lauw water met een beetje afwasmiddel
C
koud water met een beetje afwasmiddel
D
warm water met een beetje afwasmiddel

Slide 14 - Quiz

Afwassen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Straks meer over de afwas, nu eerst aan het koken!!

Slide 17 - Slide