4.2 en 4.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

naam	nummer	naam	nummer
Khawla Abbassi	1	Farzana Kadir	15
Toka Al-tamini	2	Ihsan Kamphuis	16
Lamees Albaydany	3	Manuela Karsten	17
	4	Tess Kouwen	18
Kingston Bagate	5	Isabel Lubberts	19
Yousra Ben Haj Fredj	6	Janilla Lucas	20
Hailey Bernadina	7	Melody Mielatz	21
Noor Blomsma	8	Kenji van Putten	22
Leon Boes	9	Faylin van der Ree	23
Adam Bosma	10	Samira Seuters	24
Amaana El Boudouhi	11	Roushdi Soulimani	25
Hamza El Kadiri	12	Django Visser	26
Mirjam de Groot	13	Kyara Volkers	27
Lara Kader	14	Batuhan Yörükoglu	28

Wat gaan we doen?

• Herhalen vorige les en vooruit kijken.
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 4.3
  
• Werken.
• Uitleg 4.3
  

1. Hard werken, tegen een laag loon niet klagen, ook niet over de oorlog. In 1950 was Nederland al "opgebouwd".
2. Door de babyboom groeit de bevolking. Er was nog niet genoeg gebouwd. De nieuwe woningen zijn van lage kwaliteit.
3. Nederlands Indië, wordt Indonesië. Voor veel Nederlanders voelt dit als een verlies, omdat Nederland dan niks meer internationaal voor zou stellen.
   

De mentaliteit van de wederopbouw.

1. Door de groei van welvaart kopen mensen meer luxe producten.
2. Veel mensen kopen dezelfde producten. Er ontstaat een massacultuur.
3. De VS heeft op cultureel gebied veel invloed in Nederland. Onze cultuur veramerikaniseerd.
   

De oorzaken en gevolgen van de consumptie maatschappij.

1. De media werd door de ontzuiling steeds kritischer op de politiek en de maatschappij.
2. Onze media, politiek en cultuur hebben te maken met een constante stroom van informatie. We zijn een informatiemaatschappij geworden.
3. Ook hebben wij constant contact met het buitenland. Dit heet globalisering.
   

Nederland wordt een informatiemaatschappij.

Aan het werk.

10 minuten. 

Werk in tweetallen of met z'n drieën als je naast elkaar zit.

Maak 4.2 en 4.3.

Lesdoelen

• Je kan beschrijven hoe Nederlanders vanaf de jaren 1950 anders gingen denken over de rollen binnen het gezin.

• Je kunt beschrijven voor welke rechten vrouwen streden tijdens de tweede feministische golf.
• Je kunt met behulp van voorbeelden uitleggen dat Nederlanders vanaf de jaren 1960 meer mogelijkheden kregen om zelf te bepalen hoe ze wilden leven.
  

tot 1950

• Duidelijke vast rollenpatroon. Vrouwen hoefden niet te studeren, ze gingen na het trouwen voor de man en daarna de kinderen zorgen.
• De overheid steunde dit. Er was een gezinspolitiek, dat betekende belastingvoordeel voor gezinnen met een werkende vader.
  
• Vrouwen waren ook handelsonbekwaam. Ze mochten niet met geld omgaan.
  

Vanaf 1950

• In 1957 eindigt de handelsonbekwaamheid. Bovendien waren er arbeidskrachten nodig door de stijgende economie.
• Vrouwen willen daarna nog meer gelijke rechten.
  

Tweede Feministische golf.

Groepen:

• Dolle Mina. Voerde vooral opvallend actie, zodat de media veel aandacht gaf.
• Man-Vrouw-Maatschappij. Ging vooral met de politiek in gesprek om veranderingen te krijgen.
  

Doel:

• Gelijke kansen in onderwijs en werk.
• Verandering van de vaste rollenpatroon.
• Meer keuze in gezinsplanning. Dus abortus legaal en de pil vergoed.
  

Aan het werk.

10 minuten. 

Werk in tweetallen of met z'n drieën als je naast elkaar zit.

Maak 4.2 en 4.3.

Individualisering

Eigen keuzes staan centraal, door afname van sociale controle.

• Gezinssamenstelling (meer scheidingen).
• Acceptatie homoseksualiteit.
• Leven en dood (euthanasie 2001 en abortus 1980)

1983 grondwetswijziging