paragraaf 5.1 Klimaat: China van de bergen tot de zee

Leerdoelen
Je begrijpt:
  • Waarom de rivieren zo belangrijk zijn in China. 
  • Waarom China kampt met bodemerosie.

  • je kunt het verschil tussen verwering en erosie uitleggen.

  • je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Delta-hoogvlakte -piekafvoer-neerslagregiem- -bovenloop-middenloop-benedenloop-stroomgebied-debiet-braakliggend terrein -löss-verwering-erosie-ontbossing-overbegrazing-infiltratiecapaciteit-verwoestijning-sneeuwgrens-hoogteindeling
1 / 41
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Je begrijpt:
  • Waarom de rivieren zo belangrijk zijn in China. 
  • Waarom China kampt met bodemerosie.

  • je kunt het verschil tussen verwering en erosie uitleggen.

  • je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Delta-hoogvlakte -piekafvoer-neerslagregiem- -bovenloop-middenloop-benedenloop-stroomgebied-debiet-braakliggend terrein -löss-verwering-erosie-ontbossing-overbegrazing-infiltratiecapaciteit-verwoestijning-sneeuwgrens-hoogteindeling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Reliëf = hoogteverschillen in het landschap
0-200 meter laagland
200-500 meter heuvelland
500-1500 meter middelgebergte
hoger dan 1500 meter hooggebergte

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Verwering
uiteenvallen van gesteente onder invloed van weersverschijnselen en vegetatie

Slide 11 - Slide

proces verwering

Slide 12 - Slide

Erosie
Uitschurende en transporterende werking van met puin beladen water, wind of ijs.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

sedimentatie
neerleggen van verweringsmateriaal wanneer de stroomsnelheid van de transporteur (water, wind of ijs) afneemt.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Er zijn 4 klimaatfactoren die klimaat in China bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Overheersende windrichting
  3. Hoogteligging
  4. Invloed van zeeën en oceanen
  5. ligging van gebergten

Slide 18 - Slide

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.

Dit komt doordat:
1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn.
2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 19 - Slide

De overheersende windrichting
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Wintermoesson = droog
Zomermoesson = nat

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.

Slide 22 - Slide

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 23 - Slide

De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regel: Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.

Algemene regel:
wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

Slide 24 - Slide

Tropisch klimaat
Ook in de koudste maand is het warmer dan 18 graden

Er valt veel neerslag gedurende het jaar

Slide 25 - Slide

Steppeklimaat
Droog klimaat 200mm-400mm neerslag per jaar.

Steppe kunnen koud en warm zijn

Slide 26 - Slide

Woestijnklimaat
In een woestijnklimaat valt minder dan 200mm neerslag per jaar

er zijn koude en warme woestijnen

Slide 27 - Slide

Zeeklimaat
In de warmste maanden is het warmer dan 10 graden en in de koudste maanden tussen
-3 graden en 18 graden

Er is geen droge tijd

Slide 28 - Slide

landklimaat
strenge winters en warme zomers

warmste maand warmer dan 10 graden
koudste maand kouder dan -3 graden

er is geen droge tijd

Slide 29 - Slide

hooggebergteklimaat
in de warmste maand is het kouder dan
10 graden

Er valt veel neerslag

Slide 30 - Slide

Neerslagregiem
De verdeling van de hoeveelheid neerslag in een bepaalde periode (bijv een jaar)

Slide 31 - Slide

Verdroging en verwoestijning
verdroging = dalen grondwaterstand

verwoestijning = uitbreiden van de woestijn

Slide 32 - Slide

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
erosie
B
verwering

Slide 33 - Quiz

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: gebied met een hoogte tussen 500m en 1500m
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 34 - Quiz

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: de schommelingen in de hoeveelheid neerslag.
A
waterbalans
B
neerslagregiem
C
loefzijde
D
lijzijde

Slide 35 - Quiz

Uit welke grondsoort bestaat dit gebied in China?
A
löss
B
klei
C
zand
D
veen

Slide 36 - Quiz

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Het proces waarbij het vruchtbare deel van de bodem wegspoelt of waait.
A
bodemverwering
B
bodemverontreiniging
C
bodemsanering
D
bodemerosie

Slide 37 - Quiz

Hoe noemen we de rechterzijde op het plaatje?
A
loefzijde
B
lijzijde

Slide 38 - Quiz

Afgebeeld is een........ van een rivier
A
bovenloop
B
benedenloop
C
middenloop
D
lengteprofiel

Slide 39 - Quiz

Afgebeeld is een....
A
Estuarium
B
Delta

Slide 40 - Quiz

Wat is geen oorzaak van bodemerosie?
A
ontbossing
B
overbegrazing
C
herbebossing

Slide 41 - Quiz