H1.1 Hoe ontstond de industrie?

H1 'Industrie wereldwijd'


cursus 1.1 'Hoe ontstond industrie?'


Tijdvak 8:

Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 'Industrie wereldwijd'


cursus 1.1 'Hoe ontstond industrie?'


Tijdvak 8:

Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Slide

Lesdoelen 1.1
  • Je kunt het begrip huisnijverheid uitleggen. 

  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.


  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.

 

  • Je kunt aan de hand van 2 voorbeelden uitleggen hoe het leven van de fabrieksarbeiders was.

Slide 3 - Slide

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je opent de les (cursus 1.1) via de planner Itslearning.
Als er 'aantekeningen' staat schrijf je die over in je schrift.
Je bekijkt de filmpjes van begin tot eind.
•Je maakt alle opdrachten.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden.

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 4 - Slide

Voor de industriële revolutie
Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden en boeren.
Aantekeningen

Slide 5 - Slide

Voor de industriële revolutie
Oude energiebronnen:
  1. spierkracht
  2. dierkracht
  3. waterkracht
  4. windkracht
Aantekeningen

Slide 6 - Slide

nieuwe energiebronnen
De stoommachine:
apparaat dat aangedreven
wordt door hete damp van
kokend water.
Aantekeningen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Gevolgen uitvinding stoommachine:
  • bouw van fabrieken, machines zijn te groot geworden.
  • veel productie in korte tijd.
  • goedkoop produceren, lage lonen
  • huisnijverheid houdt op te bestaan; kunnen niet meer concurreren met de fabrieken.
  • vervoer ging sneller (stoomtrein, stoomboot)
Aantekeningen

Slide 9 - Slide

Na de industriële revolutie
  • Machines doen het meeste werk i.p.v. mensen.
  • Mensen werken in fabrieken met machines.
  • Lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.
Aantekeningen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 1.1 blz. 10 t/m 15 opdr. 3, 4, 5, 6, 10
  • Begrippen en betekenissen

Zelfstandig werken:
  • Alle opdrachten cursus 1.1 blz. 10 t/m 15
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:

  • Verdieping blz. 17
  • Topografie blz. 44, 45

Slide 12 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 1.1
  • Je kunt het begrip huisnijverheid uitleggen.

  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.

  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.


Slide 13 - Slide