EXTRA Homofone werkwoordsvormen 2vwo


§14 Homofone werkwoordsvormen 
 

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson


§14 Homofone werkwoordsvormen 
 

Slide 1 - Slide

Homofone werkwoordsvormen:
uitrusten-uitrustten
melden-meldden
belooft-beloofd
verbaast-verbaasd
antwoord-antwoordt
praten - praatten
gebeurt - gebeurd
Wat betekent dus homofone werkwoordvormen?

Slide 2 - Slide

Schrijf in 1 minuut zo veel mogelijk homofone werkwoorden op
Homofone
werkwoorden

Slide 3 - Mind map

Homofone werkwoordsvormen
Je hoort niet hoe je ze speldt
Gevaarlijk: zorgen voor veel fouten als je niet de regels goed hanteerdt 

Slide 4 - Slide

Homofone werkwoordsvormen
Homofoon betekent: klinkt hetzelfde. Homofone werkwoordsvormen zijn dus werkwoorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft omdat ze een andere betekenis hebben.

Merijn verdient 10 euro per uur. Dat is snel verdiend!
Ik vind lezen leuk en Norah vindt dat ook. 

Slide 5 - Slide

We zouden om 9.00 uur ... (landen),maar door tegenwind ...
(landen) we eerder.
A
landen, landden
B
landen, landen

Slide 6 - Quiz

We zouden om 9.00 uur ... (landen),maar door tegenwind ...
(landen) we eerder.
A
infinitief, pvvt
B
vd, pvvt

Slide 7 - Quiz

Tim ... (ontbloten) zijn arm en toonde op die ... (ontbloten) arm zijn tattoo.
A
ontblote, ontblote
B
ontblootte, ontblote

Slide 8 - Quiz

Tim ... (ontbloten) zijn arm en toonde op die ... (ontbloten) arm zijn tattoo.
A
pvvt, bn
B
pvtt, bn

Slide 9 - Quiz

Het ...(verkleden) meisje snapte niet dat Sinterklaas zich ook ... (verkleden)
A
verkleedde, verkleedde
B
verklede, verkleedde

Slide 10 - Quiz

Het ...(verkleden) meisje snapte niet dat Sinterklaas zich ook ... (verkleden)
A
bn, vd
B
bn, pvvt

Slide 11 - Quiz

De chefkok is bereid, om de pannenkoeken
die ik .........(bereiden), te serveren.
Vul in de juiste vorm in.

Slide 12 - Open question

Maak een zin met het werkwoord:
'heropend'

Slide 13 - Open question

Maak een zin met het werkwoord:
'heropent'

Slide 14 - Open question

Ik kan werkwoordsvormen die hetzelfde klinken maar anders gespeld moeten worden, herkennen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

maak
opdracht 1 t/m 4

Slide 16 - Slide