§14 Homofone werkwoordsvormen

Werkwoordspelling
Homofone werkwoordsvormen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Homofone werkwoordsvormen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg
  • Aan de slag (zelfstandig aan de slag? Maak dan opdracht 1, 3 en 5 op blz. 269)

Slide 2 - Slide

Homofone werkwoordsvormen:
uitrusten-uitrustten
melden-meldden
belooft-beloofd
verbaast-verbaasd
antwoord-antwoordt
praten - praatten
gebeurt - gebeurd
Wat betekent dus homofone werkwoordvormen?

Slide 3 - Slide

Homofone werkwoordsvormen
Je hoort niet hoe je ze speldt
Gevaarlijk: zorgen voor veel fouten als je niet de regels goed hanteerdt 

Slide 4 - Slide

Homofone werkwoordsvormen
Homofoon betekent: klinkt hetzelfde. Homofone werkwoordsvormen zijn dus werkwoorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft omdat ze een andere betekenis hebben.

Merijn verdient 10 euro per uur. Dat is snel verdiend!
Ik vind lezen leuk en Norah vindt dat ook. 

Slide 5 - Slide

We zouden om 9.00 uur ... (landen),maar door tegenwind ...
(landen) we eerder.
A
landen, landden
B
landen, landen

Slide 6 - Quiz

We zouden om 9.00 uur ... (landen),maar door tegenwind ...
(landen) we eerder.
A
infinitief, pvvt
B
vd, pvvt

Slide 7 - Quiz

Tim ... (ontbloten) zijn arm en toonde op die ... (ontbloten) arm zijn tattoo.
A
ontblote, ontblote
B
ontblootte, ontblote

Slide 8 - Quiz

Tim ... (ontbloten) zijn arm en toonde op die ... (ontbloten) arm zijn tattoo.
A
pvvt, bn
B
pvtt, bn

Slide 9 - Quiz

Het ...(verkleden) meisje snapte niet dat Sinterklaas zich ook ... (verkleden)
A
verkleedde, verkleedde
B
verklede, verkleedde

Slide 10 - Quiz

Het ...(verkleden) meisje snapte niet dat Sinterklaas zich ook ... (verkleden)
A
bn, vd
B
bn, pvvt

Slide 11 - Quiz

De chefkok is bereid, om de pannenkoeken
die ik .........(bereiden), te serveren.
Vul in de juiste vorm in.

Slide 12 - Open question

Maak een zin met het werkwoord:
'heropend'

Slide 13 - Open question

Maak een zin met het werkwoord:
'heropent'

Slide 14 - Open question

Aan de slag
Groep instructie: maak opdracht 2 t/m 4 op blz. 269
Groep zelfstandig: maak opdracht 1, 3 en 5 op blz. 269

Slide 15 - Slide