Consumeren

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Wat weet je aan het einde van de les?

• Basisbehoeften
• Overige behoeften
• Diensten
• Goederen
• Consumeren

Behoefte

Verwerking theorie

Maken de opgaven 8 - 12

Antwoorden

8         a          Water heb je perse nodig en aftershave niet.

            b          eigen antwoord

            c          kleding, rijst, water, brood, huis, (broodbeleg)

            d          B

Antwoorden

9  a   niet noodzakelijk, want het is een luxe product.

     b   scooter, blu-rayspeler, parfum, iPad, ijsje, horloge,

           computer

     c    A+B

     d  Brood is een noodzakelijke behoefte en chocolade is een

          luxe product.

Antwoorden

10  a   een dienst

       b  de huisarts schrijft medicijnen voor,een taxiritje, de

             economieles, een concert van Nick en Simon

       c   C

       d   D

       e   eigen antwoord

 

Antwoorden

11 C

Basisbehoefte	Een spijkerbroek
Diensten	Iemand doet iets voor je
Consumeren	Je behoeften vervullen door iets te kopen
Overige behoefte	Een reep chocolade
Goederen	Producten
Diensten	Een brommerverzekering afsluiten

 
  
  
 
 
  
  
 
 
  
  
 
 
  
  
 
 
  
  
 
 
  
  

Basisbehoefte	Een spijkerbroek
Diensten	Iemand doet iets voor je
Consumeren	Je behoeften vervullen door iets te kopen
Overige behoefte	Een reep chocolade
Goederen	Producten
Diensten	Een brommerverzekering afsluiten

Wat zijn basisbehoeften?

1. Brood
2. Water
3. een huis
4. A, B en C zijn goed

Wat geldt voor een overige behoefte

1. Die is absoluut noodzakelijk
2. Daar kan ik niet zonder
3. Daar kan ik wel zonder
4. Daar kan ik wel zonder maar het maakt het leven wel leuker

Goederen zijn hetzelfde al diensten

1. dat is waar
2. dat is niet waar
3. dat kan waar zijn maar hoeft niet zo te zijn

Bij welk antwoord staan alleen diensten?

1. een concert van Jan Doddema , naar de kapper gaan, een taxirit
2. een iPhone, een economieles, een leesboek
3. een voetbal, naar de kapper gaan, een horloge
4. Geen antwoord is goed

Consumeren is:
(kies het meest juiste antwoord)

1. Het kopen van goederen en diensten om in je behoeften te voorzien
2. Het kopen van diensten
3. Het kopen van goederen
4. Het kopen van goederen en diensten