REPASO PERÍODO 1

REPASO PERÍODO 1
1 / 50
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

REPASO PERÍODO 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen herhalen
Bekijk de leerdoelen in je module op pagina 4 en 5.
In de volgende dia's kun je extra oefenen:


werkwoorden
Gustar
Lijdend vw
vocabulario

Slide 2 - Slide

yo
él, ella, ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, uds.
prefiero
prefieres
prefiere
preferimos
preferís
prefieren
empiezo
empiezas
empieza
empezamos
empezáis
empiezan
stap 1: vind de stam
stap 2: plak de juiste uitgang erachter
stap 3: kijk of je de stamklinker moet veranderen
E--> IE

Slide 3 - Slide

Nog even de uitgangen van de -AR, -ER, -IR werkwoorden.
yo
él, ella, ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, uds.
AR
o
as
a
amos
áis
an
ER
o
es
e
emos
éis
en
IR
o
es
e
imos
ís
en
Zie module pág. 64 en verder.

Slide 4 - Slide

yo
él, ella, ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, uds.
pedir
pido
pides
pide
pedimos
pedís
piden
servir 
sirvo
sirves
sirve
servimos
servís
sirven
stap 1: vind de stam
stap 2: plak de juiste uitgang erachter
stap 3: kijk of je de stamklinker moet veranderen
E--> I
Let op: in je toets krijg je de werkwoorden door elkaar. 

Slide 5 - Slide

querer, yo

Slide 6 - Open question

preferir, ellos

Slide 7 - Open question

cerrar, nosotros

Slide 8 - Open question

pensar, tú

Slide 9 - Open question

entender, vosotros

Slide 10 - Open question

empezar, Paco

Slide 11 - Open question

pedir, yo

Slide 12 - Open question

servir, Juan

Slide 13 - Open question

servir, yo y Carlos

Slide 14 - Open question

pedir, ellos

Slide 15 - Open question

servir, Luisa y Marta

Slide 16 - Open question

elegir, tú

Slide 17 - Open question

Gustar
Kijk naar wat erachter staat!!!!
  • Na gusta of gustan kan eerst mucho/muchísimo staan. Wat daar meteen achter komt bepaalt of het gusta of gustan wordt. vb: me gusta mucho bailar.
  • NB: woorden op -AR, -ER, -IR zijn werkwoorden.
gusta + zelfst. nw. enkelvoud
gusta + werkwoord
gustan + zelfst. nw. meervoud
hetzelfde geldt voor encanta/encantan en 
duele/duelen
Zie module pág. 43 en verder.

Slide 18 - Slide

¿A tí ………………….la música clásica?

Slide 19 - Open question

A nosotros ………………… el teatro.

Slide 20 - Open question

A ellos …………………. cantar.

Slide 21 - Open question

A Paco ………………. la nueva película.

Slide 22 - Open question

A mis padres ………………… viajar.

Slide 23 - Open question

¿A vosotros ……………….. los gatos?

Slide 24 - Open question

Me gustan los perros.
(mee eens)

Slide 25 - Open question

Me gusta el español.
(niet mee eens)

Slide 26 - Open question

No me gusta la música clásica.
(mee eens)

Slide 27 - Open question

No me gustan los gatos.
(niet mee eens)

Slide 28 - Open question

El complemento directo 
Wat ontbreekt? 
Vul in: lo/los/la/las

Slide 29 - Slide

10 fresas, por favor.
Aquí _____ tiene.

Slide 30 - Open question

Tiene Lorena el producto?
Sí _____ tiene Lorena.

Slide 31 - Open question

¿Nos trae la cuenta, por favor?
Ahora mismo _____ trae mi compañero.

Slide 32 - Open question

¿Tiene usted los huevos?
Sí _____ tengo yo.

Slide 33 - Open question

El menú, por favor.
Aquí ____ tiene.

Slide 34 - Open question

Vocabulario

Slide 35 - Slide

Een kilo aardappelen.

Slide 36 - Open question

50 gram suiker.

Slide 37 - Open question

100 gram boter.

Slide 38 - Open question

1,5 liter mineraal water.

Slide 39 - Open question

0,5 liter melk.

Slide 40 - Open question

6 blikjes sardientjes.

Slide 41 - Open question

salade

Slide 42 - Open question

bestellen

Slide 43 - Open question

dienen

Slide 44 - Open question

de lepel

Slide 45 - Open question

de rode wijn

Slide 46 - Open question

Maak kloppende zinnen door de woorden naar de vakjes te slepen.  De woorden die je niet gebruikt sleep je naar de prullenbak. 
cuenta
primero
con
tomar
de
para
ensalada mixta
beber
la

Slide 47 - Drag question

Maak kloppende zinnen door de woorden naar de vakjes te slepen.  De woorden die je niet gebruikt sleep je naar de prullenbak. 
¿
?
una
cuenta
kilo
Cuesta
de
cuánto
sardinas
lata
cien
tiene

Slide 48 - Drag question

Maak kloppende zinnen door de woorden naar de vakjes te slepen.  De woorden die je niet gebruikt sleep je naar de prullenbak. 
paella
cuenta
prefiero
el
postre
yo
segundo
bebida
de
la

Slide 49 - Drag question

Maak kloppende zinnen door de woorden naar de vakjes te slepen.  De woorden die je niet gebruikt sleep je naar de prullenbak. 
tomates
un
quería
sin
kilo
de
caro
por favor
una
la

Slide 50 - Drag question