Homerische vergelijking 2
Hij ontstak in gramschap, heftig als die van
een Amsterdammer aan een autostuur,
die, rijdend door rood licht, komende van links,
moet wijken voor een ander, die van rechts
door groenlicht nadert, o het schrijnend onrecht
hoe een tweewerf geprivilegeerde
een eerlijk man belaagt... Zo was zijn toorn.
om elke markt de snuisterijenkramen.
Of als een koning komt en alle ramen
zijn licht des avonds en uit ieder dak
een witte vlag. Zo was de zee. Er stak
een vlag van alle gevels, achter 't raam
der golven brandden rijen lichten, saam
liep heel het volk ..."[3]