poëzie: beeldspraak

poëzie - beeldspraak
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

poëzie - beeldspraak

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Beeldspraak (Kern, blz. 156-157)

Metafora: vergelijking (met verbindingswoord), asyndetische vergelijken (zonder verbindingswoord), zuivere metafoor, personificatie, allegorie, synesthesie
Metonymia: pars pro toto, totum pro parte, abstrctum pro concreto, concretum pro abstrcatum, eponiem, metalepsis, voorwerp ipv inhoud, stof ipv voorwerp, enkelvoud ipv meervoud
Homerische vergelijking

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Metafora 
Wat we in de werkelijkheid bedoelen, noemen we het object.
Het beeld dat opgeroepen wordt, noemen we het beeld


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Metafora 
Vergelijking - er worden twee zaken met elkaar vergeleken door middel van een verbindingswoord (als, zoals, net als, van, etc.). Beeld en object staan in de zin. 
Dat is een boom van een kerel 
Asyndetische vergelijking - ook een vergelijkingBeeld en object staan in de zin, maar er is geen verbindingswoord. 
Zijn hoofd, een tomaat, gloeide van schaamte. 



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom doen we dit?
Je hoeft de volgende begrippen dus niet allemaal uit je hoofd te leren.
Je moet ze wel kunnen toepassen op de gedichten die je gaat analyseren voor je essay.
Je gaat de gedichten wel beter begrijpen als je de beeldspraak herkent.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Metafora 
Metafoor - alleen het beeld staat in de zin. Je moet dus zelf bedenken waar het beeld voor zou staan. 
Mijn handen jeuken om aan dat nieuwe project te beginnen.
Personificatie - een vorm van beeldspraak waarbij niet-levende zaken menselijke eigenschappen krijgen. 
Moedeloos tikte de secondenwijzer voort.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Metafora
Synesthesie - twee soorten zintuiglijke waarnemingen worden vergeleken. 
pittige gesprekken, met een fluwelen stem
Allegorie - abstracte begrippen worden als personage voorgesteld, zoals 'vrouw justitia' en het middeleeuwse verhaal "Elckerlijc". De beeldspraak wordt langer volgehouden dan bij een personificatie. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is de beeldspraak?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

'De golven aaien de zwemmers'.

A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

'De sjaal had uren bij het raam gelegen en was als een ijskoude hand om mijn hals.'

A
Metafoor
B
Asyndetische vergelijking
C
Vergelijking
D
Synesthesie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

"Het klinkt zo groen in de lentestruiken"

A
Synesthesie
B
Vergelijking
C
Metonymia
D
Personificatie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


De lange verdediger versterkte de luchtmacht voorin.
A
de lange verdediger
B
de lange verdediger versterkte
C
versterkte de luchtmacht
D
de luchtmacht

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

"Kijk, papa, dat blaadje zwaait naar mij!"

A
Asyndetische vergelijking
B
Personificatie
C
Allegorie
D
Metafoor

Slide 13 - Quiz

Eerste deel zin: asyndetische vergelijking
Zware harnas: metafoor 
Weet je het nog?

Synesthesie is beeldspraak waarbij twee zintuigelijke indrukken worden vergeleken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de beeldspraak?
Mijn fiets protesteerde heftig toen ik over de bobbelige weg reed.
A
Mijn fiets
B
Mijn fiets protesteerde
C
protesteerde heftig
D
bobbelige weg

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Er was gemeld dat de uitstaande boetes niet zouden worden geïnd, maar de automobilisten werden blij gemaakt met een dode mus.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Allegorie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

'Deze zomer zijn schreeuwende kleuren in de mode.'

Welke vorm van beeldspraak herken je?
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Synesthesie
D
Vergelijking

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

"Laat deze drinkbeker maar aan mij voorbijgaan," zei Nick vlak voor het moeilijke proefwerk biologie.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymia
D
Allegorie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Metonymia
Geen vergelijking tussen werkelijkheid en beeld, maar één aspect (detail of kenmerk) van de werkelijheid wordt gebruikt om het beeld te bepalen.




Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Metonymia
pars pro toto - een deel wordt genoemd, maar het deel wordt bedoeld
Geef me de vijf!
totum pro parte - het geheel wordt genoemd, een deel wordt bedoeld
Amsterdam wil nog tientallen rookvrije zones aanwijzen.




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Metonymia
abstractum pro concreto - het begrip wordt benoemd, personen of concrete zaken worden bedoeld  
De hele buurt schrok zich rot na een flonke plofkraak.
concretum pro abstrcatum - het concrete wordt genoemd, het abstracte bedoeld
Hij heeft een goed hart.





Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Metonymia
eponiem - de maker wordt genoemd, het gemaakt bedoeld
boycotten: deze term danken we aan Charles Boycott (1832-1897), een Engelse landeigenaar die weigerde de pachtprijzen aan te passen. Daarop werd hij zelf ‘geboycot’.
metalepsis - de (onwaarschijnlijke) oorzaak wordt genoemd, het gevolg bedoeld
Hij stond met zijn mond vol tanden. ← Hij wist niets te zeggen.




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Metonymia

voorwerp ipv inhoud - een voorwerp wordt genoemd, de inhoud bedoeld
Ik kan wel een hele pan op.
stof ipv voorwerp - het materiaal wordt genoemd, het voorwerp bedoeld
Het strand ligt bezaaid met plastic.
enkelvoud ipv meervoud - het enkelvoud wordt bedoeld, het meervoud genoemd
Robot verlaagt werkdruk in de zorg.




Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Metonymia
Metonymia: geen vergelijking maar detail of kenmerk
Dokter heeft u  de neuscorrectie op kamer 12 al gesproken?
De fles smaakt altijd hetzelfde.

Metafoor: wel vergelijking of overeenkomst. Het object wordt vervangen door het beeld. 
Dat huis is omgetoverd tot een paleis.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

'In de bus moeten we eerst de neuzen tellen.'
Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
geheel voor deel
B
metalepsis
C
stof ipv voorwerp
D
deel voor geheel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Dat praatprogramma gaat over emancipatie van de vrouw.
A
geheel voor deel
B
metalepsis
C
enkelvoud voor meervoud
D
deel voor geheel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

"Hij zag het gras van onderen."

A
geheel voor deel
B
metalepsis
C
abstract voor concreet
D
voorwerp ipv inhoud

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


De mooiste Mondriaan hangt in Den Haag.
A
geheel voor deel
B
metalepsis
C
eponiem
D
voorwerp ipv inhoud

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


Hij nam een bloemetje mee voor zijn moeder.
A
voorwerp voor inhoud
B
abstract voor concreet
C
deel voor geheel
D
metalepsis

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


Op gladde ijzers reed Ard voort.
A
voorwerp voor inhoud
B
abstract voor concreet
C
deel voor geheel
D
stof ipv voorwerp

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Als je twee glaasjes gedronken hebt, mag je niet achter het stuur.
A
geheel voor deel
B
voorwerp ipv inhoud
C
enkelvoud ipv meervoud
D
eponiem

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Nederland won met 1-0.
A
geheel voor deel
B
voorwerp ipv inhoud
C
enkelvoud ipv meervoud
D
eponiem

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Homerische vergelijking 
Zoals in de bergen een havik,
vlugger vliegend dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken
– deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend,
schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn
vraatzucht spoort hem tot grijpen – zo snelde toen ook Achilles naar voren,
vol van begeerte.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions