Quiz vitale functies

Quiz vitale functies
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Quiz vitale functies

Slide 1 - Slide

Meneer Timmer is 62 jaar oud en cliënt in een verpleeghuis. Hij heeft een ademhalingsfrequentie van 22 per minuut.

Stelling:
Dit is een normale ademhalingsfrequentie.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 2 - Quiz

Mevrouw Dijkstra heeft een temperatuur van 381, graden.

Stelling:
Bij mevrouw Dijkstra is sprake van verhoging.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 3 - Quiz

De bovendruk wordt ook wel de diastolische druk genoemd.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 4 - Quiz

Theorie:
De temperatuur kan tympaan (in het oor), axillair (in de oksel), rectaal of oraal (in de mond) gemeten worden.

Stelling:
Een axillaire meting is het minst betrouwbaar.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 5 - Quiz

De bloeddruk heeft een golvend karakter en wordt daarom uitgedrukt in twee getallen, de bovendruk (systolische druk) en de onderdruk (diastolische druk).

Stelling:
De onderdruk is de druk op het moment dat het hart ontspant tussen de hartslag, waardoor de druk in de slagaders afneemt..
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 6 - Quiz

Theorie:
De hartslag wordt gemeten door deze te palperen, ook wel uitwendig voelen genoemd.

Stelling:
Voor het palperen worden de wijs- en middelvinger gebruikt.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 7 - Quiz

Tijdens het leeglopen van de manchet wordt naar het hartgeruis in de elleboogplooi geluisterd.

Stelling:
De onderstuk wordt afgelezen op het eerste moment dat geluid hoorbaar is.
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 8 - Quiz

Wat is een goede waarde voor de zuurstofsaturatie?
A
80%- 85%
B
85%- 90%
C
90%- 95%
D
95%- 100%

Slide 9 - Quiz

Hoeveel cm moet de manchet boven de elleboogplooi worden aangebracht?
A
1-2 cm
B
2-3 cm
C
3-4 cm
D
4-5 cm

Slide 10 - Quiz

Wat is het normale aantal ademhalingen per minuut bij volwassenen?
A
9-14 keer per minuut
B
15- 20 keer per minuut
C
20- 22 keer per minuut

Slide 11 - Quiz

Wat meet een saturatiemeter?
A
De bloeddruk
B
De hartslag
C
Het zuurstofgehalte in het bloed
D
Het bloedsuikergehalte

Slide 12 - Quiz