2. Lesw. 9-11 Spelling: verkleinwoorden

Welkom bij Nederlands!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

In deze les:
  • Bespreken: 
    - 3.5 B, opdracht 8
  • Uitleg: spelling van het voltooid deelwoord
  • Maken:
  1. 3.5 B Deel 1: Verkleinwoord
  2. 3.5 C Deel 2: Werkwoordspelling: Voltooid deelwoord
  • Terugkijken
  • Film kijken

Doelen van deze les:
1.  Je kunt aan het einde van de les het voltooid deelwoord juist spellen.

Slide 3 - Slide

woensdag 18 november 
Inleveren: boekvlog via Google Classroom

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zelfstandige naamwoorden verkleinen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht 8, 3.5 B

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het voltooid deelwoord

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
Je hoort vaak vanzelf of je een -d of een -t moet schrijven, wanneer je het woord in een andere tijd zet.



ik kam - ik kamde - ik heb gekamd
ik werk - ik werkte - ik heb gewerkt

Slide 17 - Slide

Bij twijfel: gebruik 't ex-kofschip!

Slide 18 - Slide

Opdracht 3 A, 3.5 C

Slide 19 - Slide

Maak: 
3.5 Verkleinwoord
3.5 B Deel 1: Verkleinwoord
3.5 C Deel 2: Werkwoordspelling: Voltooid deelwoord

Klaar? Maak 3.5 D Voortgangstoets

Slide 20 - Slide

De stam

De basisvorm van een werkwoord is de stam. Je gebruikt de stam om de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord te maken.


praten
praten


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video