2. Lesw. 23-11 Spelling: herhaling

Welkom bij Nederlands!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

In deze les:
  • Controle huiswerk
  • Herhalen werkwoordspelling (Kahoot)
  • Maken: 3.2 en 3.3 D: Voortgangstoetsen
  • Doen: filmopdracht Spijt
  • Terugkijken

Doelen van deze les:
1.  Je hebt aan het einde van de les geoefend met de stof van 3. Spelling.

2. Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen.

Slide 3 - Slide

woensdag 18 november 
Inleveren: boekvlog via Google Classroom

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De verleden tijd van werkwoorden

Slide 6 - Slide

Opdracht 4, 3.6 C

Slide 7 - Slide

Opdracht 5, 3.6 C

Slide 8 - Slide

Maak: 
3.6 Herhaling
3.6 B
Deel 1: Toepassing meervoud, verkleinwoord
3.6 C Deel 2: Toepassing Werkwoordspelling: Tegenwoordige, verleden, voltooide tijd
3.6 D Voortgangstoets


Klaar? Maak 3.5 D Voortgangstoets

Slide 9 - Slide

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
Je hoort vaak vanzelf of je een -d of een -t moet schrijven, wanneer je het woord in een andere tijd zet.



ik kam - ik kamde - ik heb gekamd
ik werk - ik werkte - ik heb gewerkt

Slide 10 - Slide

Bij twijfel: gebruik 't ex-kofschip!

Slide 11 - Slide

De stam

De basisvorm van een werkwoord is de stam. Je gebruikt de stam om de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord te maken.


praten
praten


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video