What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
K6 - Grammatik A
K6 - Grammatik A
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
K6 - Grammatik A
Slide 1 - Slide
Lernziel dieser Stunde
Je weet hoe je een voltooid deelwoord maakt van zowel zwakke als sterke werkwoorden.
Je weet wanneer je een vorm van
haben
en wanneer van
sein
moet gebruiken.
Je weet hoe je de voltooid tegenwoordige tijd in het Duits moet maken voor zowel zwakke als sterke werkwoorden.
Slide 2 - Slide
Huh? Wie?
Slide 3 - Slide
Das Perfekt
Slide 4 - Slide
De voltooid tegenwoordige tijd
vorm van
haben
of
sein
+
voltooid deelwoord
bijv. Ich
habe
in Berlin
gewohnt
.
Let op het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden!
Slide 5 - Slide
Zwakke werkwoorden
Als de
stamklinker
in de verleden tijd
NIET
van klank verandert!
bijv. hij maakt - hij maakte er macht - er machte
Het
voltooid deelwoord
eindigt op
-t of -et:
Hoofdregel =
ge + stam + t
Met stam op
-d of -t
=
ge + stam + et
Eindigend op
-ieren
=
stam + t
Bijvoorbeeld:
machen = ge + stam + t = gemacht
Bijvoorbeeld:
arbeiten = ge + stam + et = gearbeitet
Bijvoorbeeld:
studieren = stam + t = studiert
Slide 6 - Slide
Sterke werkwoorden
Als de
stamklinker
in de verleden tijd
WEL
van klank verandert!
bijv. ik loop - ik liep ich laufe - ich lief
Het
voltooid deelwoord
eindigt op
-en
:
bijv. werkwoorden met a/ä en e/i-Wechsel =
ge + ..... + en
Bijvoorbeeld:
Dit is een kwestie van leren!
laufen = gelaufen
schlafen = geschlafen
In het NL sterk? Dan in het D ook sterk!
Slide 7 - Slide
haben oder sein?
Veel zwakke en ook sterke werkwoorden hebben
haben
als hulpwerkwoord, bijvoorbeeld: Ich
habe
in Berlin gewohnt.
Werkwoorden die een beweging uitdrukken, hebben
sein
als hulpwerkwoord, bijvoorbeeld: Ich
bin
nach Hause gelaufen.
Slide 8 - Slide
Übung macht den Meister!
Slide 9 - Slide
Voltooid deelwoord kent geen verschil in een zwak of sterk werkwoord:
Stimmt
Stimmt nicht
Slide 10 - Poll
ge + stam + en
schwach
stark
Slide 11 - Poll
wohnen
gewohnt
gewonnen
Slide 12 - Poll
Hulpwerkwoorden zijn: sein en haben
stimmt
stimmt nicht
Slide 13 - Poll
Das Partizip Perfekt von kaufen ist:
A
gekauft
B
kauft
C
kaufet
D
gekaufen
Slide 14 - Quiz
Das Partizip Perfekt von spielen ist:
A
spielt
B
gespielen
C
spielet
D
gespielt
Slide 15 - Quiz
Das Partizip Perfekt von sein ist:
A
geseind
B
geseind
C
gewest
D
gewesen
Slide 16 - Quiz
Das Partizip Perfekt von haben ist:
A
gehabt
B
gehaben
C
gehabet
D
habt
Slide 17 - Quiz
Gibt es noch Fragen?
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Kapitel 1 - Lektion 1 (3)
September 2020
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatik Wiederholung II (Mavo/Havo en Havo)
August 2020
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
V5 K2 C VT/VVT haben, sein, werden, zwakke, sterke ww
September 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
das Perfekt, haben/sein/werden im Präteritum
September 2023
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Kapitel 2 - Lektion 1
July 2020
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatik Wiederholung Regelmäßige Verben
August 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatik Wiederholung Regelmäßige Verben
December 2023
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Partizip Perfekt schwache Verben
February 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2