Rechtsstaat §2.4 De rechtspraak: (on)afhankelijk? (2024)

§2.4



De rechtspraak: Onafhankelijk?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§2.4



De rechtspraak: Onafhankelijk?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat de rechterlijke macht de bevoegdheid heeft om te berechten, hoe zij dit doet en welke procedures de rechtspraak en het OM volgen.

Je kunt beargumenteren op welke wijze onafhankelijke en openbare rechtspraak bijdragen aan een eerlijk rechtsproces.
Je kunt een standpunt innemen over de wijze waarop media berichten over strafzaken

Slide 2 - Slide

Wat weet je van de rechtspraak in Nederland?

Slide 3 - Mind map

Stelling:
Ik ben voor een levenslange gevangenisstraf
A
Mee eens
B
Mee oneens

Slide 4 - Quiz

Stelling:
Ik ben voor de doodstraf
A
Mee eens
B
Mee oneens

Slide 5 - Quiz

Openbaar Ministerie (OM)
Namens het OM is de Officier van Justitie de aanklager van de overheid. Hij eist een straf bij overtreding van de rechtsregels en leidt het politieonderzoek.


waarheidsvinding is lastig
In complexe zaken is waarheidsvinding lastig: getuigen willen niet praten en verdachten beroepen zich op hun zwijgrecht
bevoegdheden
verregaande bevoegdheden zoals het afluisteren van telefoongesprekken van verdachten of journalisten, een woning doorzoeken of het inzetten van een observatieteam  moeten eerst worden goedgekeurd door een speciale rechten: de rechter-commissaris. 

Slide 6 - Slide

Vrijheidsstraf




Tijdelijk                                                                Levenslang
De langst mogelijke tijdelijke straf is 30 jaar

In Nederland is levenslang ook echt levenslang. 

Althans, zo was het (conflict met Europese wetgeving) Inmiddels is er een adviescollege dat na 25 jaar kijkt of een gedetineerde terug kan keren in de samenleving. 
Ongeveer 40 mensen zitten een levenslange straf uit. 
Daderstrafrecht
De rechter houdt rekening met de omstandigheden waarin de dader een delict gepleegd heeft. Zo kan het zijn dat er voor hetzelfde delict een hele andere straf opgelegd wordt omdat de omstandigheden zo verschillend waren. 
De rechters zijn terughoudend in het opleggen van gevangenisstraffen. Vrijheid is namelijk het belangrijkste recht van een staatsburger

Slide 7 - Slide

Hoge Raad
Nog steeds niet eens? Dan rest alleen nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De rechter kijkt hier alleen of de lagere rechters de rechtsregels goed hebben toegepast en of de motivatie van het vonnis voldoende is geweest
Gerechtshof
Als een van de twee partijen het niet eens is met het vonnis van de rechter kan er in hoger beroep gegaan worden bij 1 van de 4 gerechtshoven
Rechtbank
In eerste aanleg komt de zaak bij 1 van de 11 rechtbanken in Nederland
Hoger beroep
Cassatie

Slide 8 - Slide

Herkennen van rechtsinstanties
Lees het artikel.  Door op deze link te klikken kom je op de site van nos

Welke instanties komen naar voren? 
Wat zeggen deze instanties over de zaak?
En wat zegt Wilders over de zaak en Nederland?


Slide 9 - Slide

Wat vind jij?
Wat zou jij oordelen als jij Hoge Rechter zou zijn?

Slide 10 - Open question

onschuldpresumptie
Met onschuldpresumptie bedoelen we dat iedereen geacht wordt onschuldig te zijn totdat iemand is veroordeeld door een rechter. In de media mag tot die tijd alleen gesproken worden van verdachte of vermoedelijke dader
De overheid moet zich houden aan vastgestelde regels en principes. Ieder mens heeft recht op een eerlijk proces.
Alle regels rond opsporing, vervolging en berechting over hoe het proces moet verlopen staan in het wetboek van strafvordering. Klik hier maar eens.

Slide 11 - Slide

8 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                                                  5: Pleidooi
2: Tenlastelegging                                  6: Repliek en dupliek
3: Verdachte ondervragen                  7:  Laatste woord verdachte
4: Requisitoir                                             8: Vonnis                      

De rechter opent de zaak. Controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten
Een opsomming van het delict, tijd, plaats, wettelijke voorschrift, omstandigheden
De rechter mag vragen stellen aan de verdachte. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen aan de verdachte.
Hierin somt de OvJ alle relevante bewezen feiten op en wordt afgesloten met een strafeis. Dit is het verzoek aan de rechter om de verdachte een bepaalde straf te geven.
De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Hij probeert in het pleidooi de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte
De verdachte heeft het laatste woord. Hier mag hij gebruik van maken om bijvoorbeeld excuses te maken of zijn onschuld nogmaals duidelijk te maken
De uitspraak van de rechter noemen we het vonnis. Dit kan bijvoorbeeld zijn 8 jaar tijdelijke vrijheidsstraf waarvan 5 jaar onvoorwaardelijk.
Er zijn twee soorten strafrechters. Voor de lichtere delicten is er de politierechter. Voor de zwaardere delicten de meervoudige kamer
De OvJ mag reageren op het pleidooi van de advocaat (repliek). Daarna mag de advocaat hier weer op reageren (dupliek). 

Slide 12 - Slide

Onschuldig tot vonnis?
Journalisten zijn verplicht feiten te controleren, meerdere bronnen te raadplegen en hoor en wederhoor toe te passen 

Trial by media
beide kanten van het verhaal belichten en beide partijen aan het woord laten
door eenzijdige en gekleurde berichtgeving is er al sprake van een veroordeling van een persoon door de pers en het publiek terwijl de zaak nog voor de rechter moet komen. Hierdoor komt de onschuldpresumptie in de verdrukking

Slide 13 - Slide

Dilemma
Afwegen van belangen
Een rechter laat zich leiden door het recht, maar houdt rekening met de omstandigheden. Zowel van de dader als de zaak (media aandacht bijvoorbeeld_. De rechter houdt rekening met het slachtoffer, de nabestaanden, de samenleving. Te veel rekening houden met de dader betekent onvrede in de samenleving. Te veel rekening houden met het slachtoffer, betekent een 

Slide 14 - Slide

Zie planner
Maak je huiswerkopdrachten en bereid je voor op de toets
§2.1 t/m 2.4

Slide 15 - Slide