De leerling oefent het delend lidwoord en het werkwoord venir in het Frans
Het delend lidwoord en het werkwoord venir in het Frans
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Het delend lidwoord en het werkwoord venir in het Frans
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je het delend lidwoord en het werkwoord venir in het Frans gebruiken.
Slide 2 - Slide
Introductieslide waarin de leerdoelen worden genoemd.
Slide 3 - Video
This item has no instructions
Het werkwoord venir
Het werkwoord venir betekent 'komen' in het Frans.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat het werkwoord venir is en hoe het wordt gebruikt in het Frans.
Oefening 2
Vertaal 'komen' naar het Frans.
Slide 5 - Slide
Stel een vraag aan de leerlingen om te controleren of ze de betekenis van het werkwoord venir begrijpen.
Antwoord oefening 2
Het werkwoord 'komen' vertaal je naar het Frans als 'venir'.
Slide 6 - Slide
Laat het antwoord op de vorige dia zien. Bespreek waarom het juist is.
Oefening 3
Vul de juiste vorm van het werkwoord venir in: 'Je _____ de Paris.'
Slide 7 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van het werkwoord venir in zinnen.
Antwoord oefening 3
Je viens de Paris.
Slide 8 - Slide
Laat het antwoord op de vorige dia zien. Bespreek waarom het juist is.
Oefening 4
Vertaal: 'Ik kom uit Nederland.'
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het gebruiken van het werkwoord venir in zinnen.
Antwoord oefening 4
Je viens des Pays-Bas.
Slide 10 - Slide
Laat het antwoord op de vorige dia zien. Bespreek waarom het juist is.
Oefening 5
Vertaal: 'Wij komen uit België.'
Slide 11 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het gebruiken van het werkwoord venir in zinnen.
Antwoord oefening 5
Nous venons de Belgique.
Slide 12 - Slide
Laat het antwoord op de vorige dia zien. Bespreek waarom het juist is.
Oefening 6
Vul de juiste vorm van het werkwoord venir in: 'Elle _____ d'Allemagne.'
Slide 13 - Slide
Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van het werkwoord venir in zinnen.
Antwoord oefening 6
Elle vient d'Allemagne.
Slide 14 - Slide
Laat het antwoord op de vorige dia zien. Bespreek waarom het juist is.
zij is gekomen (venir)
A
elle est venue
B
elle venait
C
elle est venu
D
elle a venu
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
Elles ........(venir)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venez
Slide 16 - Quiz
This item has no instructions
venir : vous ....
A
venez
B
venisez
C
venirez
Slide 17 - Quiz
This item has no instructions
je........(venir)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venez
Slide 18 - Quiz
This item has no instructions
venir
Ik ben gekomen
A
je suis venue
B
je suis venu
C
j'ai venu
D
je viens
Slide 19 - Quiz
This item has no instructions
venir (imparfait)
Je ...
A
venait
B
venais
C
venaise
D
venaite
Slide 20 - Quiz
This item has no instructions
Samenvatting
Het delend lidwoord in het Frans is 'du' voor mannelijke woorden en 'de la' voor vrouwelijke woorden. Het werkwoord venir betekent 'komen' in het Frans.
Slide 21 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Quiz
Beantwoord de volgende vragen: Wat betekent het werkwoord venir? Welk delend lidwoord gebruik je voor het woord 'chaise' (stoel)?
Slide 22 - Slide
Test de kennis van de leerlingen met een korte quiz.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 23 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 24 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 25 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.