Wiskunde examen 2019 (Oefenen)

Wiskunde examen 2019 
(oefenen)
1 / 40
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare school

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wiskunde examen 2019 
(oefenen)

Slide 1 - Slide

Hoe werk je met deze LessonUp
Dit is het wiskunde examen van 2019 vmbo-TL eerste tijdvak.
Als je twijfelt over een vraag:      klik hint 1 aan

Weet je het dan nog niet zeker: klik hint 2 aan

Lukt het dan nog niet?                   klik hint 3 aan
1
2
3

Slide 2 - Slide

Hoe werk je met deze LessonUp
Soms is een stuk tekst te groot om bij de vraag te plaatsen.
In dat geval staat de tekst voor de vraag, maar ook in het rondje met het oog dat bij de vraag staat. Door erop te klikken kan je de tekst zien.

Is een plaatje te klein? je kunt het altijd vergroten en/of verplaatsen!!!
Hier staat dan de tekst of het plaatje

Slide 3 - Slide

Hoe leer je zoveel mogelijk van het maken van examenvragen
Als je een vraag hebt beantwoord, houd dan het volgende bij:
1  welke vraag is dit
2  hoeveel punten heb je gescoord
3  als je het fout hebt:  =>  welk hoofdstuk was het?
                                               =>  waarom heb je het fout?
                                               =>  wat kan je doen om dit voortaan te                                                               voorkomen?

Slide 4 - Slide

Paddenstoelen

Slide 5 - Slide

Bereken met hoeveel procent het aantal getelde vliegenzwammen in 2015
is afgenomen ten opzichte van 1999. Schrijf je berekening op.

Slide 6 - Open question

Met hoeveel procent neemt het aantal vliegenzwammen volgens deze
formule per jaar af?

Slide 7 - Open question

Op de uitwerkbijlage staat een assenstelsel getekend.
Teken in het assenstelsel de grafiek die bij de formule hoort. Vul eerst
de tabel in. Maak zelf een juiste verdeling bij de verticale as.
(CONTROLEER ZELF OF JE HET GOED HEB)
Op de volgende slide staat het antwoord.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Geef een formule die bij deze stijging hoort.
Gebruik a voor het aantal paddenstoelen en t voor het aantal jaren na 1999.

Slide 10 - Open question

Watertank

Slide 11 - Slide

De hoeveelheid regen die valt, wordt gemeten in mm.
Er valt 1 mm regen op een plat dak met een oppervlakte van 1 m2. Laat met een berekening zien dat er dan 1 liter regen op dit dak is
gevallen.

Slide 12 - Open question

Bereken hoeveel liter regenwater opgevangen wordt in één jaar. Schrijf je berekening op.

Slide 13 - Open question

Bereken hoeveel meter de hoogte van deze watertank is. Schrijf je berekening op en rond je antwoord af op twee decimalen.

Slide 14 - Open question

De straal van de kleine watertank is 6 dm. De straal van de grote
watertank is 12 dm. De inhoud van de grote watertank is 15000 liter.
Bereken de inhoud van de kleine watertank. Schrijf je berekening op.

Slide 15 - Open question

Bibliotheken

Slide 16 - Slide

Laat met een berekening zien dat er volgens de formule op 1 januari 1988 afgerond 42 miljoen boeken waren.

Slide 17 - Open question

Op 1 januari 2016 was de verhouding tussen het aantal jeugdboeken en
het aantal boeken voor volwassenen 9 : 11.
Bereken hoeveel miljoen jeugdboeken er op 1 januari 2016 waren.
Schrijf je berekening op.

Slide 18 - Open question

Op 1 januari van welk jaar was volgens de formule het aantal boeken
maximaal? Schrijf je berekening op.

Slide 19 - Open question

Teken op de uitwerkbijlage de grafiek van het totaal aantal leden vanaf
1999. Je mag de tabel op de uitwerkbijlage gebruiken.
(CONTROLEER ZELF OF JE HET GOED HEB)
Op de volgende slide staat het antwoord.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Piramide van geodriehoeken

Slide 22 - Slide

Bereken hoeveel cm de lengte van AT is. Schrijf je berekening op.
(Antwoord staat op volgende slide)

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

De hoogtelijn uit hoekpunt C, in het grondvlak ABC, snijdt AB in punt E.
Laat met een berekening zien, zonder te meten, dat de lengte van CE
afgerond 50,2 cm is.
(Antwoord staat op volgende slide)

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Bereken hoeveel graden hoek C is in driehoek TCM. Schrijf je berekening op.
(Antwoord op volgende slide)

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Duikplank

Slide 29 - Slide

Thijs gaat op het uiteinde van een duikplank met een lengte van 1,50 m staan. Hij weegt 53 kg.
Laat met een berekening zien dat de duikplank afgerond 4,5 cm
doorbuigt. Schrijf je berekening op.

Slide 30 - Open question

Volgens de fabrikant van duikplanken mag een duikplank met een lengte
van 3 m niet meer dan 70 cm doorbuigen.
Bereken in hele kg het maximale gewicht van een persoon die nog op
het uiteinde van de duikplank mag staan. Schrijf je berekening op.

Slide 31 - Open question

Als de lengte van een duikplank twee keer zo groot wordt, hoeveel keer
zo ver buigt deze duikplank dan door volgens de formule? Schrijf op hoe
je aan je antwoord komt.

Slide 32 - Open question


Slide 33 - Open question

Mount everest

Slide 34 - Slide

Hoeveel meter verschil zit er tussen het hoogste en het laagste punt ter
wereld? Schrijf je berekening op.

Slide 35 - Open question

In de lucht op de top van de Mount Everest zit weinig zuurstof. Tot nu toe
slaagden er 193 bergbeklimmers in om de top te bereiken zonder extra
zuurstof. Dit is 2,7% van alle beklimmers van deze berg.
Bereken het totaal aantal beklimmers van de Mount Everest. Schrijf je
berekening op.

Slide 36 - Open question

Op de uitwerkbijlage staat een kaart met daarop de Mount Everest. De
eerste beklimmer van de Mount Everest was Edmund Hillary. Bij het
laatste rustpunt, kamp 4, kon hij de top goed zien. De richting naar de top
is op de kaart op de uitwerkbijlage getekend.
Hoeveel graden is de koershoek van kamp 4 naar de top?

Slide 37 - Open question

Kamp 4 ligt op 7950 m hoogte. De klimafstand vanaf kamp 4 tot aan de
top is 2000 m.
Bereken de aangegeven hellingshoek. Schrijf je berekening op.
(Antwoord staat op volgende slide)

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

Einde

Slide 40 - Slide