Overal NASK 1-2 HV 3.1 wat is een stof

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij science!

Kennismaken en afspraken

Belangrijkste regels:

• Als een docent praat let je op en ben je stil
• Zorg dat je altijd je spullen (boek, schrift, pennen etc.) bij je hebt.
• Mobiel thuis (of in de kluis).
• Ik probeer tijdens de les tijd vrij te maken om alvast te starten met het huiswerk. Ik verwacht dat iedereen alle opdrachten netjes afhebben.
• Je blijft af van gereedschappen en bankschroef
• niet eten / drinken

Overal Nask H3 stoffen

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

Alles om je heen is materie. Materie bestaat uit stoffen en massa. Je huis, de weg, je eten, je lichaam enzovoort. 

Materie kun je verdelen in 2 groepen:

Zuivere stoffen en mengsels

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

Zuivere stoffen kun je niet scheiden.

Ze bestaan uit één stof.

Zout, suiker, ijzer, zuurstof en gedestilleerd water zijn zuivere stoffen.

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

mengsels bestaan uit verschillende stoffen door elkaar heen.

Kraanwater, glas, pindakaas, cola en lucht zijn mengsels.

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

Stofeigenschappen.

Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:

Geur, kleur, smaak, brandbaarheid,  helder/troebel, hard/zacht smeltpunt, kookpunt en soortelijke massa (dichtheid).

Stofeigenschappen zijn eigenschappen waaraan je een bepaalde stof kunt herkennen.

Voorbeelden van zuivere stoffen zijn

1. Cola en glas
2. suiker en zout
3. lucht en zuurstof
4. Pindakaas en mayonaise

voorbeelden van mengsels zijn

1. suiker en zout
2. pindakaas en mayonaise
3. ijzer en glas
4. zuurstof en stikstof

Wat is geen stofeigenschap

1. Kleur
2. Volume
3. Dichtheid
4. Brandbaarheid

Enkele stofeigenschappen zijn:

1. geur, vorm, massa
2. kleur, geur, smaak
3. toestand, geur,gewicht
4. vorm, kleur, geur

stofeigenschappen van suiker zijn

1. wit en zoet
2. kleur en gewicht
3. geur, kleur en smaak
4. kleur en smaak

Je onderzoekt een bepaalde stof. Welke stof is dit?

De stofeigenschappen zijn;
Brandbaar, vaste fase, niet buigzaam.

1. Metaal
2. Glas
3. Benzine
4. Hout

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

Vorm en massa zijn geen stofeigenschappen .

Er bestaan verschillende soorten lepels die allemaal een andere vorm en of massa hebben.

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

Dichtheid

Elke stof heeft een eigen dichtheid

Rechts zie je drie blokjes van één kubieke cm.

blokje 1 weegt 1,2 gram (perspex)

blokje 2 weegt 2,7 gram ( aluminium)

blokje 3 weegt 8,5 gram (messing)

Dichtheid is een stofeigenschap.

Met de dichtheid kun je dus een stof herkennen.

De dichtheid geeft aan wat de massa van 1 cm3 van een stof is.

3.1 zuivere stof en mengsel

Verschillende stoffen 

met hun dichtheid

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel

Bepalen van het volume "de onderdompel methode".

De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

1. Blok 1 heeft de grootste dichtheid
2. Blok 2 heeft de grootste dichtheid
3. De dichtheid van beide blokken is gelijk
4. Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water

1. Groter
2. Kleiner
3. Gelijk
4. Geen idee

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water

1. Groter
2. Kleiner
3. Gelijk
4. Geen idee

HUISWERK

Ga aan de slag met de volgende opdrachten: blz. 77

HAVO: 2 tot en met 11, 14 & 16. 

VWO: 2, 4, 7, 8, 10, 11, 12, 14, 15 en 16.