Groningen, 1953. Tjakkie heeft maar één droom: naar de hbs. Maar arbeiderskinderen leren niet door. Toch start ze op school met voorbereidingen voor de hbs. Haar ouders mogen er niets van weten.
De op Ambon geboren Jacob speelt het liefst gitaar. Rock-‘n-roll, juist de muziek waar zijn vader zo’n hekel aan heeft. Samen met zijn familie komt Jacob naar het woonoord in Finsterwolde, dat met zijn kaalheid in schril contrast staat met de prachtige schelpenstranden die hij zich herinnert van Ambon.
De werelden van Tjakkie en Jacob hadden niet meer kunnen verschillen. Toch delen ze iets heel belangrijks: een droom die lijnrecht tegen die van hun ouders ingaat.