2.1 1kgt

programma
  • uitleg 2.1
  • werken aan 2.1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

programma
  • uitleg 2.1
  • werken aan 2.1

Slide 1 - Slide

In het westen van Nederland wonen de meeste mensen.
A
bevolkingsspreiding
B
bevolkingsdichtheid

Slide 2 - Quiz

In Nederland wonen iets meer dan 17 miljoen mensen.
A
bevolkingsspreiding
B
bevolkingsdichtheid

Slide 3 - Quiz

hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?

Slide 4 - Open question

Wat is geen redenen waarom ze in arme landen veel kinderen krijgen.
A
zodat kinderen later voor ouders kunnen zorgen
B
zodat kinderen mee kunnen werken op het land
C
omdat het moeilijk is om aan condooms te komen
D
omdat ze dan meer kinderbijslag krijgen

Slide 5 - Quiz

leerdoelen
je kunt uitleggen wat emigratie en immigratie is.
je kunt uitleggen wat push en pullfactoren zijn.

Slide 6 - Slide

verhuizen
  • als je verhuist naar het buitenland noem je dat migratie.
  • Als je vertrekt uit een land noem je dat emigratie. 
  • als je een land binnenkomt noem je dat immigratie.  

Slide 7 - Slide

Iemand die van Nederland naar Duitsland verhuist is voor Nederland een ...
A
emigrant
B
immigrant

Slide 8 - Quiz

Iemand die van Spanje naar Nederland komt is voor Nederland een ...
A
emigrant
B
immigrant

Slide 9 - Quiz

redenen voor verhuizen
pushfactor: reden om weg te gaan uit een land.
pullfactor: reden om naar een land toe te gaan. 

Slide 10 - Slide

redenen om te vertrekken uit een land is een ...
A
pushfactor
B
pullfactor

Slide 11 - Quiz

3 redenen om te verhuizen
  1. economische reden: mensen hebben geen werk of willen meer verdienen.
  2. politieke reden: mensen vluchten voor oorlog of voelen zich onveilig.
  3. natuurlijke reden: mensen vluchten voor natuurramp.  

Slide 12 - Slide

wat zijn 3 redenen om te vertrekken uit een land?

Slide 13 - Open question

zelf werken
  • maken opdracht 5 t/m 7 op blz. 37 werkboek.
  • eerste 5 min voor jezelf. Daarna overleggen in tweetallen. 
  • vraag? vinger opsteken.
  • klaar? lezen blz. 36 + 37 in leerboek en start met opdrachten in werkboek blz. 38 +  39. 
timer
5:00

Slide 14 - Slide