BS 4.5 en 4.6: geleedpotigen en gewervelden + determineren

BS 4.5: geleedpotigen en gewervelden
BS 4.6: organismen determineren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 4.5: geleedpotigen en gewervelden
BS 4.6: organismen determineren

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling BS 4.4
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 4.5 en 4.6
  • Opdrachten maken
  • Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en aantal poten
  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Slide 3 - Slide

Geleedpotigen
  • Symmetrisch
  • Uitwendig skelet (een pantser)
  • Gelede poten (de poten bestaan uit kleine stukjes, die stukjes heten leden)
  • Gesegmenteerd lichaam (bestaat uit meerdere delen)

Slide 4 - Slide

Wanneer kunnen geleedpotigen groeien?
A
Altijd
B
Net na het vervellen
C
Deze groeien niet meer nadat ze uit hun larve stadium zijn
D
Wanneer ze hebben voortgeplant

Slide 5 - Quiz

Uitwendig skelet
  • Het skelet kan niet meegroeien.
  • Een dier vervelt (kruipt uit zijn pantser) --> groeit hij in korte tijd heel veel --> vormt zijn nieuwe pantser. 

Slide 6 - Slide

Groepen
  • Bestaat uit segmenten
  • > 10 poten
  • Achterlijf bestaat uit segmenten
  • 10 poten
  • 8 poten
  • 6 poten
  • Lichaam bestaat uit 3 stukken: kop - borststuk - achterlijf

Slide 7 - Slide

Gewervelden
  • Zijn symmetrisch
  • Inwendig skelet met een wervelkolom (dus de naam gewervelden)

Slide 8 - Slide

Aan welke kenmerken denk je om gewervelden in groepen te ordenen?

Slide 9 - Mind map

Kenmerken
  • Bedekking van de huid
  • Lichaamstemperatuur
  • Ademhalingsorgaan
  • Manier van voortplanten

Slide 10 - Slide

Kenmerken
De huid: 
deze kan bedekt zijn met veren, haren, schubben of slijm.

Lichaamstemperatuur:
  • een dier kan warmbloedig zijn (lich. temp. is constant, altijd hetzelfde)
  • een dier kan koudbloedig zijn (lich. temp. Niet gelijk, past zich aan aan de omgeving)

Slide 11 - Slide

Kenmerken
Ademhalingsorgaan:
ademhalen met longen of kieuwen of door de huid.

Manier van voortplanten:
  • levendbarend
  • eieren zonder schaal
  • eieren met harde kalkschaal
  • eieren met taaie leerachtige schaal

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdracht 4.6: determineren
  • Krijgen van mij een werkblad
  • Organismen ordenen met determineertabel (online opdracht 3 of boek blz 283)
  • Maak deze opdracht in tweetallen
  • Je mag Google gebruiken als je de soort niet kent

Deze gaan we nabespreken na 15 minuten!

Slide 14 - Slide

Opdrachten maken
Maak BS 4.5: opdrachten 2, 4, 5, 6, 7
Maak BS 4.6: opdracht 4 

Slide 15 - Slide

Wat hebben we geleerd?
  • Hoe delen we geleedpotigen in?
  • Naar welke 4 kenmerken kijken we om gewervelden in te delen?

Slide 16 - Slide