1M&1MH&2MH Les 29-5-2020

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 1-4

Uitzetten

Profielfoto van jezelf

Welkom allemaal bij het vak Nederlands!

We gaan zo starten.

Stel je camera, microfoon en profielfoto goed

 in.

Zet  een 

in de chat. Dan weet ik dat je er bent. 

Start geen nieuwe vergadering

Zet een 

in de chat als je een vraag hebt

1M, 1MH & 2MH -> PO: Boekopdracht

Opdrachtbeschrijving staat in SOM (jaargebonden bijlagen) en in Teams (documenten).

Uiterste inleverdatum: 12 juni

Inleveren op school:

- boekendoos: complete schoenendoos met alle informatie
- strip: snelhechter met alle informatie + strip
- elevatorpitch: snelhechter met alle informatie + link naar filmpje. 

LET OP! Vraag z.s.m. goedkeuring voor je boek! 

1M -> PO: Op reis met de VOC

Vakoverstijgend project van de vakken: geschiedenis, levensbeschouwing en Nederlands. 

Opdrachtbeschrijving staat in SOM (jaargebonden bijlagen) en in Teams (documenten).

-> leerdoelen Lezen H5 & H6. 

Uiterste inleverdatum: 19 juni

Snelhechter met reisverslag inleveren bij meneer Verkleij. 

1MH -> PO: Op reis met........

Vakoverstijgend project van de vakken: levensbeschouwing en Nederlands. 

Opdrachtbeschrijving staat in SOM (jaargebonden bijlagen) en in Teams (documenten).

-> leerdoelen Lezen H5 & H6.

Uiterste inleverdatum: 19 juni

Snelhechter met reisverslag inleveren bij mevrouw Makkink. 

2MH -> PO: COVID-19

Praktische opdracht Nederlands

Opdrachtbeschrijving staat in SOM (jaargebonden bijlagen) en in Teams (documenten).

-> leerdoelen Lezen H5 & H6. 

Uiterste inleverdatum: 19 juni

Snelhechter met artikel inleveren bij mevrouw Makkink. 

1M& 1MH 

H5 Lezen: tekstdoelen

H6 Lezen: tekst & afbeelding

2MH

H5 Lezen: kritisch lezen

H6 Lezen: tekst & publiek

Vandaag

Lezen H6 moest gemaakt en nagekeken zijn. 

Quiz

Leesvaardigheid H1 t/m H6

Wat is géén leesstrategie?

1. oriënterend lezen
2. zoekend lezen
3. begrijpend lezen
4. globaal lezen

Welke vraag stel je jezelf als je het onderwerp van een tekst zoekt?

1. Waar gaan deze alinea's over?
2. Welke tussenkopjes zie ik allemaal?
3. Moet ik het onderwerp echt weten om de tekst te begrijpen?
4. Waar gaat deze tekst over?

Als ik het onderwerp van een tekst wil weten, dan lees ik

1. oriënterend
2. globaal
3. zoekend
4. begrijpend

In welk deel van de tekst vertelt de schrijver alle informatie die hij wil geven?

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot
4. bron

Wat wil de schrijver in de inleiding van de tekst?

1. Hij herhaalt de belangrijkste dingen uit de tekst.
2. Hij geeft veel informatie.
3. Hij maakt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is.
4. Hij vat de tekst kort samen.

Als je een moeilijk woord tegen komt in een tekst...

1. Sla je het meteen over
2. tel je hoe vaak het woord voorkomt
3. stop je met lezen
4. zoek je naar een woord met dezelfde betekenis

Als je het antwoord op een vraag uit de tekst wil halen, dan lees je

1. oriënterend
2. zoekend
3. globaal
4. helemaal

Als je snel alle belangrijke zaken uit een tekst wilt halen, dan

1. lees je de titel, tussenkopjes, 1e alinea en bekijk je de illustraties
2. zoek je naar getallen
3. lees je de inleiding en het slot
4. lees je van elke alinea de eerste en laatste zin

Wat kan in de inleiding staan?

1. een voorbeeld
2. een grappig verhaaltje (anekdote)
3. een vraag
4. alle drie de antwoorden zijn goed

Wat bedoelen we met de bron van een tekst?

1. de schrijver
2. waar de tekst vandaan komt
3. de reden dat de tekst geschreven is
4. het lettertype van de tekst

Wat is een tussenkopje?

1. De titel van een alinea
2. Het onderwerp van een alinea
3. de belangrijkste zin van een alinea
4. de bron van de tekst

Een schrijver wil met een tussenkopje duidelijk maken

1. waar de tekst over gaat
2. waar de bijbehorende alinea over gaat
3. dat er een andere tekst komt

Wat lees je als je het onderwerp van een tekst wilt weten?

1. De titel, de tussenkopjes, eerste alinea en opvallende woorden.
2. De eerste en laatste zinnen van elke alinea.
3. De hele tekst, zodat je precies weet waar die over gaat.
4. Het middenstuk.

Een tekst bestaat altijd uit een inleiding, middenstuk en slot.

1. waar
2. niet waar

Een schrijver heeft altijd een doel die hij wil bereiken met zijn tekst.

1. waar
2. niet waar

Als een schrijver wil dat je zijn mening overneemt,dan is het tekstdoel

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Als een schrijver wil dat je weet hoe je iets moet doen, dan is het tekstdoel

1. informeren
2. activeren
3. instrueren
4. overtuigen

Een reclametekst is een voorbeeld van een tekstsoort waarvan het doel informeren is.

1. juist
2. onjuist

Een gebruiksaanwijzing heeft het doel om iemand te instrueren.

1. juist
2. onjuist

Zijn er nog vragen over Lezen H5 & H6?

Extra opdracht

1M: Lezen H5, de Brug, opdracht 10 & 11

1MH: Lezen H5, de Brug, opdracht 11 & 12