This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Evolutie theorie
Slide 1 - Slide
Wat is een gen? en wat is dan een allel?
Slide 2 - Open question
Evolutie
Slide 3 - Mind map
Definitie Evolutie
De ontwikkeling van het leven waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen
Slide 4 - Slide
Wat is Evolutie?
Evolutie= langzaam ontstaan van het ene soort uit een andere soort
Dit proces heeft het volgende principe: ‘Het best aangepaste organisme heeft de grootste kans om te overleven en zijn erfelijke eigenschappen door te geven aan de volgende generatie’
Voorwaarden voor evolutie: * Er is variatie *De variatie is erfelijk (dus mutatie) *Er is (natuurlijke) selectie
Slide 5 - Slide
Darwin.
Geboren: 12 februari 1809.
Werd geboren als vijfde kind en de jongste van twee zonen van een rijke arts.
Overleden: 19 april 1882
De reis van de Beagle duurde uiteindelijk bijna vijf jaar, van 1831-1836
Slide 6 - Slide
Variatie genotypen en fenotype
Geslachtelijke voortplanting
mutaties
Slide 7 - Slide
Natuurlijke selectie
Soorten die beter aangepast zijn aan de
omgeving zullen een grotere overlevingskans
hebben.
Slide 8 - Slide
Natuurlijke selectie
overlevingskans
goede schutkleur
survival of the fittest
Slide 9 - Slide
ontstaan van nieuwe soorten
geëvolueerd = veranderd:
- milieuomstandigheden
- onderlinge voortplanting
- mutatie
- isolatie
Slide 10 - Slide
verandering door natuurlijke selectie
Slide 11 - Slide
Voorbeeld van natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
van evolutie
Slide 12 - Slide
Natuurlijke selectie is noodzakelijk voor evolutie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Wie heeft de evolutie van mens en dier ontdekt?
A
Columbus
B
Darwin
C
Marco Polo
D
Einstein
Slide 14 - Quiz
Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat organismen van dezelfde soort steeds meer van elkaar gaan verschillen?
A
evolutie
B
evolutietheorie
C
isolatie
D
dat bestaat niet
Slide 15 - Quiz
Darwin had het over 'survival of the fittest' Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?
A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent
Slide 16 - Quiz
19. Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?