HV2A Chapitre0 On y va révision
1 / 31
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Les couleurs
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
vert
brun / marron
jaune
blanc / blanche
rouge
bleu
gris
noir
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Vervoeg het werkwoord avoir au présent
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Welke ezelbruggejte kun je gebruiken voor de ww in-er au présent?
Slide 15 - Open question
Hoe maak je de stam van een werkwoord in -er au présent?(danser)
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Pierre et Lisa (chercher) le chat.
Slide 19 - Open question
Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
tu (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent
Slide 20 - Quiz
Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
Hele werkwoord + uitgang
C
hele werkwoord min -er, dan krijg je de stam
D
de stam opzoeken door hele werkwoord min -r
Slide 21 - Quiz
Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15
Slide 22 - Open question
Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent
Slide 23 - Quiz
timer
0:30
e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-
Slide 24 - Drag question
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
vous faites
je fais
il fait
ils font
on fait
tu fais
men doet/maakt
Léa en Marc doen/maken
ik doe/maak
jullie doen/maken
jij doet/maakt
hij doet/maakt
Slide 29 - Drag question
Je ____________ un test
A
faire
B
fait
C
font
D
fais
Slide 30 - Quiz
Madame Kallache, vous ___________ quoi?
A
faites
B
faisons
C
fait
D
fais
