Toets examentraining schrijven 3F (P3)

Bij het beoordelen van je examen wordt er eerst gekekkjf'lkjds'lfkjlkes'fsaj'fen naar de 'precondities'.
Welk van onderstaande punten is géén preconditie?
A
Je opdrachten zijn Nederlands geschreven.
B
Je opdrachten zijn voldoende leesbaar.
C
Minimaal 60% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.
D
Minimaal 80% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bij het beoordelen van je examen wordt er eerst gekekkjf'lkjds'lfkjlkes'fsaj'fen naar de 'precondities'.
Welk van onderstaande punten is géén preconditie?
A
Je opdrachten zijn Nederlands geschreven.
B
Je opdrachten zijn voldoende leesbaar.
C
Minimaal 60% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.
D
Minimaal 80% van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.

Slide 1 - Quiz

wat is het weer
A
koud
B
gaat wel
C
warm
D
nat

Slide 2 - Quiz

Je examen schrijven wordt beoordeeld aan de hand van 6 aspecten.

Welke aspecten zijn dit?
A
Afstemming op doel Afstemming op publiek
B
Leesbaarheid Spelling, interpunctie en grammatica
C
Samenhang Woordenschat en woordgebruik
D
Antwoord A, B en C zijn allemaal correct.

Slide 3 - Quiz



Welke indeling gebruik je voor het schrijven van een e-mail?
A
Aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet
B
Titel, inleiding, kern en slot
C
Adresseringen, plaats en datum, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet

Slide 4 - Quiz

Je hebt geen studiepunt gekregen voor het vak burgerschap.
Jij vindt dat je hier wel recht op hebt. Je stuurt je docent een e-mail.

Welke aanhef kies je bij het schrijven van deze zakelijke e-mail?
A
Hoi Kim,
B
Beste Kim,
C
Beste mevrouw Gomersbach,
D
Geachte mevrouw Gomersbach,

Slide 5 - Quiz

Je hebt geen studiepunt gekregen voor het vak burgerschap.
Jij vindt dat je hier wel recht op hebt. Je stuurt je docent een e-mail.
Schrijf hiervoor een aanhef en korte inleiding.

Slide 6 - Open question

Welke slotgroet kies je bij het schrijven van deze zakelijke e-mail naar je docent burgerschap?
A
Kusjes, je voornaam
B
Groetjes, je voor- en achternaam
C
Liefs, je voor- en achternaam
D
Met vriendelijke groet, je voor- en achternaam

Slide 7 - Quiz

Je hebt 10 weken stage gelopen in een restaurant. De stageperiode is nu weer ten einde. Voor school moet jij daarom een reflectieverslag schrijven over jouw afgelopen stageperiode.

Welke titel zou er boven jouw verslag komen?

A
Tien weken stage
B
Stageverslag Fort Resort Beemster
C
Hele leuke stage
D
Mijn stage van tien weken bij Fort Resort Beemster in de Zuidoostbeemster.

Slide 8 - Quiz

Je hebt 10 weken stage gelopen in een restaurant. De stageperiode is nu weer ten einde. Voor school moet jij daarom een reflectieverslag schrijven over jouw afgelopen stageperiode.

Schrijf een slot voor dit reflectieverslag.
Geef hierin aan of je jouw leerbedrijf wel/niet aanraad aan je medestudenten en waarom.
Sluit passend af.

Slide 9 - Open question

Je leerbedrijf krijgt nieuw meubilair. Een aantal oude tafels zien er nog redelijk netjes uit. Je leermeester vraagt je een advertentie te schrijven om op Marktplaats te zetten.

Wat zou een goede uitsmijter zijn om deze advertentie af te sluiten?

Slide 10 - Open question


Wat komt er in iedere INLEIDING van een tekst?
(Dus in alle tekstsoorten).
A
Waarom schrijf je?
B
Wie ben je?
C
Alle details die je wilt bespreken.
D
Wat hoop of verwacht je?

Slide 11 - Quiz

Je bent op zoek naar een (nieuwe) baan in de horeca. Op internet tref je een leuke vacature. Je bent meteen enthousiast en je vult een sollicitatieformulier in.

Op het formulier word je gevraagd om minimaal drie argumenten te geven waarom jij geschikt bent voor deze baan.
Wat vul jij hier in? Maak een mooie alinea van jouw tekst.

Slide 12 - Open question

Wat is een recensie?

A
Een betoog
B
Een aanbeveling
C
Een tekst waarin je alles mag zeggen
D
Een instructie

Slide 13 - Quiz