Meeloopdag 2023

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Lesdoelen

Waar denk je aan bij het
vak aardrijkskunde?

Hoe werken we bij AK op het RPC?

- online lesmethode

- Basisboek

- (online) Alcarta atlas

- Laptop voor (aan)tekeningen

- overige materialen, zoals stenen, fossielen, planten, water en nog veel meer!

H4: je eigen omgeving in beeld

Waar denk je aan bij de woorden:
"Eigen omgeving"?

Je eigen omgeving

= Het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt. 

Je woont in een wijk. Een wijk is een deel van een dorp of stad, die bestaat uit een aantal straten. 

In een wijk staan huizen, maar er kunnen ook andere voorzieningen zijn. 

Wat zijn voorzieningen?

1. Activiteiten
2. Woningen
3. Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
4. Straten

Welke voorzieningen zijn er in jouw wijk?

Paragraaf 1: De inrichting van een wijk

De inrichting van een wijk 

Opdracht 

Schrijf voorzieningen op die jullie gezin belangrijk vindt. Wat heb jij echt nodig op de plek waar je woont? Wat hebben je ouders nodig? Of wat hebben je broers of zussen nodig? 

Maak hier een lijstje van. Schrijf ook de reden op waarom die voorzieningen voor die persoon zo belangrijk is. 

Op de volgende dia een voorbeeld van de opdracht die door mij is uitgevoerd. Dan zie je ook dat iedereen iets anders belangrijk vindt.

b

Ik vind belangrijk: 

Een supermarkt: voor mijn boodschappen 

Een kruidvat: voor persoonlijke verzorging

Een kledingwinkel: Om de nodige kleding in huis te hebben

Een basisschool: Zodat jonge kinderen niet ver hoeven te fietsen en het veilig is. Ook vriendjes dichtbij krijgen. 

Een verzorgingstehuis: voor als ik oud en bejaard ben

Mijn man vindt belangrijk: 

Een supermarkt: Voor de boodschappen 

Een sportclub: om lekker te kunnen sporten

Een dorpshuis: Om met mijn vrienden gezellig bij elkaar te komen

Een parkje: Om even te kunnen wandelen

Opdracht: Ontwerp een woonwijk

Ontwerp een woonwijk

Bij deze opdracht ga je een kaart maken van een woonwijk. 

Je krijgt daarvoor een ‘lege’ basiskaart. Daarop staan enkele natuurlijke elementen zoals hoogteverschillen en water. 

Elke kaart heeft een aantal basisonderdelen die nodig zijn om het een goede kaart te laten zijn.

Er zijn wel een aantal eisen waar je kaart aan moet voldoen.
Hoe je de kaart verder inkleurt en afmaakt, mag je zelf weten.

Deze opdracht voer je alleen uit. Wanneer de kaart af is vergelijk je die met iemand anders uit de klas.

De opdracht

Lees het interview met de ontwerpster van de nieuwe woonwijk. Gebruik de informatie uit het interview om de kaart in te tekenen.

Waar wordt op gelet: 

* zeven onderdelen uit Interview

*juiste plaatsing van de onderdelen in de kaart

* 4 basiselementen voor een goede kaart

* creativiteit vrije onderdeel

Nabespreking 

Waren er verschillen tussen jouw kaart en die van jouw klasgenoot?

Welke voorzieningen zou jij nog willen toevoegen in de kaart? Waarom? 

Waarom is het belangrijk binnen het vak Aardrijkskunde om een kaart te kunnen maken? 

Nog vragen? Bedankt voor het kijken in de aardrijkskunde les!