Argumentatie

Vandaag


Argumentatieleer 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag


Argumentatieleer 

Slide 1 - Slide

Het is hier nu drie graden Celsius
A
Waarderende uitspraak
B
Feitelijke uitspraak

Slide 2 - Quiz

Scholengemeenschap 't Rijks is de leukste school van Nederland
A
Waarderende uitspraak
B
Feitelijke uitspraak

Slide 3 - Quiz

Ik ben slim, want ik heb een IQ van 135.

A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
afhankelijke argumentatie
D
onafhankelijke argumentatie

Slide 4 - Quiz

Zit hier een verzwegen argument in?
In de Braek is een topdocent, want zij geeft hoge cijfers

A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wat is een verzwegen argument?
A
Een argument dat duidelijk wordt genoemd in een tekst.
B
Een standpunt dat geen argument nodig heeft.
C
Een argument dat niet letterlijk wordt genoemd, maar nodig is om de redenering kloppend te maken.
D
Een voorbeeld dat wordt gegeven om een standpunt te ondersteunen.

Slide 6 - Quiz

Je moet een regenjas aandoen, want het regent en je gaat naar buiten.

A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Enkelvoudige argumentatie

Slide 7 - Quiz

Afhankelijke nevenschikkende argumentatie

Nevenschikkende argumentatie houdt in dat alle argumenten direct het standpunt ondersteunen (iemand van het standpunt overtuigen). Bij de afhankelijke versie hebben de argumenten elkaar nodig om overtuigend te zijn, oftewel, op zichzelf zijn ze niet sterk genoeg om te overtuigen.

Slide 8 - Slide

Ik ben erg geschikt voor deze bijbaan bij de supermarkt, want ik kan goed vakken vullen, ben direct beschikbaar, ben zeer gemotiveerd en kan goed individueel opdrachten uitvoeren.

A
onafhankelijke nevenschikking
B
afhankelijke nevenschikking

Slide 9 - Quiz

Het is belangrijk dat ik deze powerpoint maak, want dan kunnen leerlingen argumentatieleer beter begrijpen , en dat is belangrijk, want dan kunnen ze beter functioneren in de maatschappij.
A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie

Slide 10 - Quiz

Nevenschikkende argumentatie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide