KA 30 'De Franse Revolutie'

1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:

1. Aanloop
2.De eerste Franse Revolutie
3. De tweede Franse Revolutie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Kenmerkend aspect

Kenmerkend aspect 29: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap


Slide 4 - Slide

Lesdoel: 


- Aan het eind van de les kun je in je eigen woorden uitleggen hoe de verlichte ideeën leidde tot de Franse revolutie

Slide 5 - Slide

Verlichting


Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren 

Slide 6 - Slide

- Ancién Regime

- Verlichting ging kritisch kijken naar de samenleving

- Was dit natuur? of was dit door de mens bedacht en in stand gehouden? 
1%
1,5%
97,5%

Slide 7 - Slide

Aanloop
Aanleidingen: 

- Verlichten Ideeën over gelijkheid & vrijheid

- Lodewijk XVI en Marie Antoinette gaven meer geld uit dan er binnenkwam en de schatkist raakte leeg. Om dit tegen te gaan verhoogde ze de belastingen. 

- Ook stelde Lodewijk dat de adel en de geestelijke belasting moesten gaan betalen. 

- Zevenjarige oorlog (Noord-Amerika) had veel geld gekost

Slide 8 - Slide

Eerste Franse Revolutie
- Vergadering met alle drie de standen. In het paleis van Versailles
(eerst in 175 jaar) 

- Derde stand altijd in de minderheid tegen de geestelijke en de adel.

- Eed op de kaatsbaan. 

- Resultaat: Verklaring van de rechten van de mens en burger


Slide 9 - Slide

Verklaring van de rechten van de mens en burger

1. De mensen worden vrij en met gelijke rechten geboren en blijven dit. Maatschappelijke verschillen kunnen slechts op het algemeen welzijn gebaseerd worden.

2. Het doel van iedere politieke vereniging is het behoud van de natuurlijke en onvervreemdbare rechten van de mens; deze rechten zijn de vrijheid, het bezit, de veiligheid en het verzet tegen onderdrukking.

3. De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt wezenlijk bij het volk. Geen instantie, geen individu kan gezag uitoefenen dat daar niet uitdrukkelijk uit voortkomt.

4. De vrijheid bestaat daaruit, alles te kunnen doen wat een ander niet schaadt. Zo heeft de uitoefening van de natuurlijke rechten van ieder mens alleen deze grenzen die aan de andere leden van de maatschappij het genot verzekeren van dezelfde rechten. Deze grenzen kunnen alleen bij wet vastgelegd worden.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Ondertussen in Parijs
14 juli 1789 
-  Slechte oogst leidt tot hogere voedsel prijs. 
- Hogere prijs en nieuws over belasting zorgt voor protest
- Angst voor door Lodewijk opgeroepen leger

- De groep dwingt Lodewijk en marie Antoinette terug te 
komen naar Parijs


Slide 12 - Slide

Nationale Vergadering
- Lodewijk erkent de Nationale Vergadering.

- Frankrijk wordt een constitutionele monarchie.

- Verklaring van de rechten van de mens en burger:

  • Privileges adel en geestelijke stand worden afgeschaft.
  • Alle Fransen zijn voor de wet gelijk.
  • inperking macht koning





Slide 13 - Slide

Conclusie Revolutie 1 
- De derde stand grijpt de macht.

- Voeren de Verklaring van de rechten van de mens en burger in.

- Frankrijk wordt een Constitutionele monarchie

Slide 14 - Slide

Tweede Revolutie/ Radicale fase/ Terreur
Frankrijk als Constitutionele Monarchie (1791)
Nationale vergadering
- Derde stand
- Verlicht
Koning
- Geen absolutist meer
- Volk bepaalt mee
Bestuur Frankrijk

Slide 15 - Slide

Nationale vergadering 
Girondijnen

Gematigd
Jakobijnen

extremer

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De Radicale fase (De Terreur) 
- volk blijft ontevreden

- Bestorming van het Paleis (1792)
Koning
Nationale vergadering
Bestuur FR
Tuilerieënpaleis

Slide 18 - Slide

Maximilien de Robespierre
- Leider van conventie (nationale vergadering)

- 'Jakobijnen' -> Radicaal verlicht

- "l'Incorruptible" (= "de Onomkoopbare")

- "Deze man is gevaarlijk, want hij gelooft in alles
 wat hij zegt".

Jakobijnen gaan:
- Algemeen stemrecht invoeren
- Economische gelijkheid afdwingen.

Slide 19 - Slide

De Terreur 
- Iedereen die tegen de verlichting is wordt onthoofd. 


- Paranoia en angst beheersen het leven
in Frankrijk. 

-  wie door zijn gedrag, zijn relaties, door gesproken woord of geschriften, partij heeft getrokken voor de tirannie, voor het federalisme, of de vijanden van de vrijheid [..], aan wie een certificaat van goed burgerschap geweigerd werd, afgezette ambtenaren, wie ooit van adel was, hun echtgenoten, ouders, kinderen, broers en zusters, de geëmigreerden, wie niet constant zijn ijver voor de Revolutie getoond heeft, diegenen die geëmigreerd zijn, zelfs als ze teruggekeerd zijn.
35.216 Mensen onthoofd in 2 jaar (ong; 50 per dag)

Slide 20 - Slide

Einde Revolutie 2

Doorgeslagen verlichting

zorgt voor terreur


Slide 21 - Slide

Hoe verder? 
Directoire 

5 mannen jaarlijks één nieuwe

Bestuur van rijke burgers (censuskiesrecht)

Aanhoudende chaos

Onder andere: Opstand oude adel

Slide 22 - Slide

Napoleon 1799
Slaat opstand succesvol neer als commandant

- Napoleon grijpt de macht in Frankrijk 

- Verovert Europa

- Voert de Code Napoleon in. 

Slide 23 - Slide

Wat moet je duidelijk hebben?
1e Revolutie: Derde stand komt in opstand

2e Revolutie: Jakobijnen gaan een beetje te ver

3: Directoire: rijke burgers hebben de macht, onrust houdt aan

4: Napoleon: Bonaparte verspreidt met een serie oorlogen het verlicht gedachtengoed over Europa.  

Slide 24 - Slide