Startrekenen vooraf, hfd 5 Delen, les 1, Wat is delen?

Startrekenen vooraf 
Hoofdstuk 5; delen
les 1
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startrekenen vooraf 
Hoofdstuk 5; delen
les 1

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog?
Om deelsommen te kunnen maken, is het belangrijk dat je de tafels 1 t/m 10 kent !

Slide 2 - Slide

Doel van de les
- Je weet wat delen is,
- Je weet dat deelsommen omgekeerde keersommen zijn

Slide 3 - Slide

Wat is delen?
Delen gebruik je om iets eerlijk te verdelen, 
iedereen krijgt  dan evenveel.

Bij delen gebruik je het deelteken :
Je spreekt : uit als gedeeld door

Slide 4 - Slide

Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen.
Als je moet delen, dan kun je dus aan een keersom denken.

Hans heeft 10 boterhammen. Voor een tosti heeft hij 2 boterhammen nodig.
Hoeveel tosti's kan Hans maken?

De deelsom is  10 : 2 = ...
de omgekeerde keersom is .. x 2 = 10

Slide 5 - Slide

Verdeel 15 plantjes over 5 bakken
Hoeveel krijgt iedere bak?

De deelsom wordt:
15 : 5 = .. 

de omgekeerde rekensom is dan: .. x 5 = 15
Verdeel 18 broodjes over 6 personen
Hoeveel krijgt ieder?

De deelsom wordt:
18 : 6 = ..

de omgekeerde rekensom is:
.. x 6 = 18

Slide 6 - Slide

Verdeel 20 muntjes over 4 personen

De deelsom wordt:
20 : 4 = ..

De omgekeerde rekensom:
  .. x 4 = 20


verdeel 8 flesjes over 2 dames:


De deelsom wordt: 
8 : 2 = ..

De omgekeerde rekensom:
.. x 2 = 8

Slide 7 - Slide

18 : 2 =

Slide 8 - Open question

16 : 2 =

Slide 9 - Open question

20 : 2 =

Slide 10 - Open question

90 : 10 =

Slide 11 - Open question

70 : 10 =

Slide 12 - Open question

35 : 5 =

Slide 13 - Open question

40 : 5 =

Slide 14 - Open question

25 : 5 =

Slide 15 - Open question

27 : 3 =

Slide 16 - Open question

18 : 3 =

Slide 17 - Open question

20 : 4 =

Slide 18 - Open question

28 : 4 =

Slide 19 - Open question

16 : 4 =

Slide 20 - Open question

20 : 2 =

Slide 21 - Open question

27 : 3 =

Slide 22 - Open question

Verdeel 50 tulpen over 5 vazen .
Wat wordt de deelsom?

Slide 23 - Open question

Je hebt voor 18 personen friet nodig.
1 zak is voor 3 personen
Hoeveel zakken heb je nodig?
Wat is de deelsom?

Slide 24 - Open question

Frits verdeelt 24 kaarsen over 6 tafels.
Hoeveel kaarsen staan er per tafel?
Wat is de deelsom?

Slide 25 - Open question

John verdeelt 15 stukken vis over 5 borden.
Hoeveel vis per bord?
Wat is de deelsom?

Slide 26 - Open question

Je hebt voor 18 personen friet nodig.
1 zak is voor 3 personen
Hoeveel zakken heb je nodig?
Wat is de deelsom?

Slide 27 - Open question

opdracht!
Maak op Studiemeter de instaptoets van hoofdstuk 5: delen

geen rekenmachine
Kijk eerst of het je zonder tafelkaart lukt,
lukt dat niet, dan gebruik je deze.

Klaar? Vraag om het opdrachtenblad van hfd 5

Slide 28 - Slide

Nabespreken
Hoe is de instaptoets gemaakt?

Slide 29 - Slide