Organen en Cellen BS1+2 (basis3)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Plan van vandaag

1. Klassen aanmaken 

Biologie voor jou website

Lessonup

2. Biologie voor jou website doornemen

3. Start maken met de les

Wat staat elke bio-les open op je laptop?

1. Magister
2. Malmberg.nl (biologie voor jou) 2 tabbladen
3. Lessonup.com 
4. Microsoft Teams 

Organen en Cellen BS 1 (basis)

Wat is een organisme?

Als ik ademhaal, bij welk levenskenmerk hoort dit?

1. bewegen
2. groei
3. stofwisseling
4. voortplanting

Bij elke bs. is er een videouitleg

• Het lezen van de lesstof uit je boek blijft belangrijk
• Elke les heeft leerdoelen aan het begin van de video
• Na elke les heb je ook een samenvatting wat je moet weten

Wat is een organisme?

Als ik ademhaal, bij welk levenskenmerk hoort dit?

1. bewegen
2. groei
3. stofwisseling
4. voortplanting

Leerdoelen bs. 1+2 (basis)

• Uitleggen wat een organisme is (3basis)
  
• 9 levenskenmerken van organismen noemen.
• kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is
  
• de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.
  
• tien orgaanstelsels van de mens benoemen(3basis)

Er zijn negen levenskenmerken:

– groei en ontwikkeling

– reageren op prikkels en beweging

– stofwisseling: ademhaling, voeding en uitscheiding

– voortplanting

Cellen & Weefsels

Organen bestaan uit cellen

De vorm van een cel hangt samen met zijn functie.

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.

Tussencelstof

In veel weefsels zit tussencelstof tussen de cellen. De tussencelstof kan een vloeistof zijn of een harde stof. Dat hangt af van de functie van het weefsel. Bijvoorbeeld:

• In de hersenen zit hersenvloeistof tussen de zenuwcellen.

• In beenweefsel zit een harde stof tussen de botcellen.

bvj.secure.malmberg.nl

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

lees en maak de opdrachten van BS1&2

succes!!!