Les oorzaken en gevolgen inflatie 4GT

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat inflatie en deflatie is en de oorzaken noemen.
Ik kan uitleggen wat de gevolgen van inflatie en deflatie zijn.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen nominaal en reëel inkomen (loon of rente) en dit bij benadering berekenen.
Ik kan uitleggen wat prijscompensatie is.
Ik kan uitleggen wat de ECB doet om de koopkracht van de euro en ons spaargeld te bewaken.

Slide 2 - Slide

Uitleg

Slide 3 - Slide

Inflatie
Een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Slide 4 - Slide

Oorzaken
  • Vraag naar producten stijgt harder dan het aanbod.
  • Kosten van bedrijven stijgen.
  • Prijs van ingevoerde grondstoffen of producten stijgen.
  • Hogere belastingen of heffingen.

Slide 5 - Slide

Gevolgen
Geldontwaarding
minder koopkracht

Slide 6 - Slide

Anne merkt dat haar nettoloon in 2010 gelijk blijft in vergelijking met 2009. Toch daalt haar koopkracht.
Leg uit hoe de koopkracht van Anne kan dalen als haar nettoloon gelijk blijft.

Slide 7 - Open question

Noem twee oorzaken van het ontstaan van inflatie.

Slide 8 - Open question

Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat de overheid een belangrijke veroorzaker kan zijn van inflatie in Nederland.

Slide 9 - Open question

Nominale verandering
Verandering van je loon of spaargeld.

Slide 10 - Slide

Reële verandering
Reële verandering in % = nominale verandering in % – inflatie in %
2018
2019
Lonen
2%
2%
Inflatie
1,7%
2,6%

Slide 11 - Slide

Prijscompensatie
Nominale verandering van het inkomen is gelijk aan de inflatie.

Slide 12 - Slide

Loon-prijsspiraal

Slide 13 - Slide

Paul heeft vorig jaar 1,05% rente ontvangen op zijn spaarrekening. De inflatie was 2,7%.
Bereken in twee decimalen het reële rentepercentage op de spaarrekening van Paul.

Slide 14 - Open question

Toen het verwachte inflatiecijfer van 2,5% bekend was eiste de vakbond 1% koopkrachtverbetering naast de prijscompensatie.
Wat was de looneis?

Slide 15 - Open question

ECB
  • Prijsstabiliteit
  • Uitgifte van bankbiljetten

Slide 16 - Slide

ECB

Slide 17 - Slide

Waarom is prijsstabiliteit zo belangrijk voor de consumenten binnen de Europese Unie (EU)?

Slide 18 - Open question

Een lager rentepercentage stimuleert de economie, maar kan ook leiden tot hogere inflatie.
Leg uit in twee stappen dat een lager rentepercentage kan leiden tot een hogere inflatie.

Slide 19 - Open question

Toepassen

Slide 20 - Slide

Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten.
Kijk na en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Afsluiting

Slide 22 - Slide

Afsluiting
Vul het exit-tentje in.
timer
2:00

Slide 23 - Slide