V4 Evolutie

V4 Evolutie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V4 Evolutie

Slide 1 - Slide

Planning
- Introductie
- Het ontstaan van:
stoffen, leven, eukaryoten

- Opdrachten maken 4.1

- Evolutie theorie
- Neo darwinistische 
- Creationisme

Slide 2 - Slide

Evolutie
- BiNaS 94A
- orgastisch materiaal -> 1 cellige -> meercellige -> organisme

Slide 3 - Slide

organische stoffen
Anorganische stoffen:
kleine en eenvoudige moleculen
CO2, H2O
levenloos & organismen

Organische stoffen:
grote en ingewikkelde moleculen
bevatten altijd C, O, H en kunnen N, P, S hebben
Eiwitten, vetten, Koolhydraten (C6H12O6)

Slide 4 - Slide

Hoe is het leven ontstaan?
- Zelf organisatie in de oersoep
kleine organische stoffen -> grote organische stoffen -> 'druppeltjes' (protobionten) -> eerste cellen 

- Bij black smoker (= vulcanische schoorsteen tot 400 °C). Daar kunnen protobionten ontstaan door mineralen, temp en druk 

- uit de ruimte door meteoriet 

Slide 5 - Slide

ontstaan levende cel 

Slide 6 - Slide

Prokaryoten
- Eencelligen zonder celkern 
- Cirkel vorming chromosoom
- Hebben alleen ribosomen en geen andere organellen
- Oudste fossielen
- anaerobe heterotroof > autotroof > aerobe heterotroof

Slide 7 - Slide

later
first organism

Slide 8 - Slide

Heterotroof naar Autotrofe bacteriën
Heterotroof:
- Energie uit organische stoffen uit oersoep
- kunnen zelf geen organische stoffen maken

Autotroof:
- hebben alleen anorganische stoffen uit de omgeving nodig
- Cyanobacterien 
- Produceren 02 = giftig? 

Aerobe heterotrfe bacterie


Slide 9 - Slide

endosymbiose 
endo = binnen, symbiose = samenleven
Binas 94C

Slide 10 - Slide

Ontstaan van leven
bouw celwand & DNA
Biochemische reacties

Slide 11 - Slide

Taxonomie
 Indelingsgroepen op verschillende niveaus noem je taxa. 
Een soort noem je ook wel species 
Een geslacht genus. 
Een geslacht bestaat uit soorten die zich uit eenzelfde voorouder hebben ontwikkeld

 De wetenschappelijke naamgeving 
Carl Linnaeus
Geslachtsnaam soortaanduiding (letter ontdeker) = Bellis perennis L.

Slide 12 - Slide

Opdrachten maken 4.1
3, 4, 6, 8, 9, 11

Slide 13 - Slide

evolutie theorie
- geleidelijke verandering soorten 
- milieu factoren kunnen de gen expressie beïnvloeden
- Charles Darwin

Slide 14 - Slide

Begrippen Neodarwinistisme
Natuurlijke selectie / Survival of the fittest = Organismen die het best zijn aangepast aan de leefomgeving hebben de meeste kans om te overleven.
Genetische variatie = verschillen in genotypen
Recombinatie = het herverdelen van erfelijke eigenschappen
Mutaties = veranderingen in de genen
Selectiedruk = invloed van milieufactoren op de genetische variatie in een populatie
Overlevingskans = de kans om te overleven
Fitness / Voortplantingssucces = De best aangepaste individuen met een grotere kans op meer nakomelingen.
Adaptatie = aanpassing

Slide 15 - Slide

Neodarwinisme
Genetische variatie en natuurlijke selectie leiden ertoe dat de erfelijke eigenschappen van populaties kunnen veranderen, doormiddel van:
1 genetische variatie die is ontstaan door mutatie en recombinatie
2 natuurlijke selectie, waarbij de best aangepaste organismen overleven
3 voortplanting, waarbij de gunstige eigenschappen aan nakomelingen worden doorgegeven

Slide 16 - Slide

Hoge selectiedruk -> lage variatie 
Lage selectiedruk -> hoge variatie
Lage selectiedruk -> hoge variatie

Slide 17 - Slide

maak opdrachten: 4.1) 3, 4, 6, 8, 9, 11 
4.3) 30, 32, 33, 35, 36
3, 4, 6, 8, 9, 11

Slide 18 - Slide