Di 19 maart 't Kofschip en spelling bijv. naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

't ex-Kofschip

't kofschip

t ex kofschip

't kofschip

Vrijdag hebben we gebasketbal.

't -x kofschip

1. t
2. d

't kofschip-x
Zij heeft om geld gevraag.

1. t
2. d

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...

1. stam +t
2. t ex - kofschip

't -x kofschip

Zij is naar Amsterdam gefiets.

1. d
2. t

Welke letter doet NIET mee aan 't kofschip?

1. t
2. f
3. i
4. d

De dokter heeft de wond op mijn been gehech.
't x- kofschip

1. t
2. d

Twijfel je? Zit de letter in 't ex-kofschip?
Nee is een ....

1. D
2. T

't kofschip-x
Hij heeft in de bergen gewandel.

1. t
2. d

't kofschip-x
Hij heeft de tv daar neergeze.

1. t
2. d

Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?

Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?

1. Bij de tegenwoordige tijd
2. Bij alle persoonsvormen.
3. Bij de verleden tijd
4. Bij elk werkwoord

Je gebruikt 't kofschip bij:

1. Sterke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden

Alleen bij de persoonsvorm in de v.t. gebruik je 't ex kofschip

1. Waar
2. Niet waar

´t kofschip (2)

Hij heeft in zijn leven veel ...

1. gereist
2. gereisd
3. gerijst
4. gerijsd

Huiswerk voor ma 25 maart

Maken opdracht 1 t/m 4 Spelling blok 4

Leren spelling van de werkwoorden in de verleden tijd.

Denk aan het 't Kofschip

Leren de spelling van het bijvoeglijk naamwoord.