Les 7.4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen

Woorden herhalen 7.1, 7.2, 7.3

Luistervragen:

- Waarom belt Aziz met de belastingdienst?

- Wat is een 'kenmerk'? Schrijf het kenmerk op.

- Wat voor tijdelijk werk deed Aziz?

- Wat is Aziz vergeten?

Tekst lezen en woorden bespreken

Pak je woordenlijst

Waar ligt de klemtoon?

 burgerservicenummer, keuzemenu, mogelijkheid, ondernemer, rekeningnummer, betaling, terugbetaling, ogenblik, kenmerk, vervelend, bovenaan, wijziging, uitkering, doorgeven, voorschat, berekenen, gegevens, inloggen, voorkomen.

Doe de taak!

Werk samen aan taak 7.4

Maak opdracht 3, 4, 5, 6, 7

Verwijzing naar een ding: hem, het, ze 

Waar ligt de kaas?

Ik kan hem niet vinden.

Jij hebt mijn sleutels.

Je mag ze op de tafel leggen.

Wat vind je van dat gebouw?

Ik vind  het lelijk.

Ik hou van tomaten. Ik vind ..... heerlijk.

1. hem
2. ze
3. het

Bedankt voor jouw mooie kaart. Ik zet ... in de kast.

1. hem
2. ze
3. het

Mijn oma heeft een nieuwe bril, maar ze draagt ... nooit.

1. hem
2. ze
3. het

Ik hou niet zo van snoep. Ik geef .... liever aan kinderen.

1. hem
2. ze
3. het

Weet jij waar mijn pen is? .... ligt hier op tafel.

1. hem
2. ze
3. het
4. hij

De man zoekt zijn sleutels. .... lagen hier net nog.

1. hem
2. ze
3. het
4. hij

Deze jas was niet duur. Ik heb .... in de opruiming gekocht.

1. hem
2. ze
3. het
4. hij

Waar komt dat bericht vandaan? Heb je ... op Instagram gelezen?

1. hem
2. ze
3. het
4. hij

Huiswerk

Grammatica: 

8.2 verwijzen naar een ding: hem, het, ze

Afmaken thema 7

Woorden leren

Dinsdag 14 maart toets!