Drinkwaterbereiding en scheidingsmethoden

Drinkwaterbereiding en scheidingsmethoden

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat oppervlaktewater en grondwater is. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe drinkwater wordt gemaakt uit oppervlaktewater, grondwater en duinwater. Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een suspensie en een oplossing is en deze herkennen. Aan het einde van de les kun je uitleggen wanneer je moet bezinken of filtreren. Aan het einde van de les kun je de scheidingsmethoden bezinken en filtreren uitleggen en toepassen. Aan het einde van de les ken je de begrippen: residu en filtraat. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je een oplossing moet scheiden. Aan het einde van de les kun je de scheidingsmethoden indampen, destilleren en adsorberen uitleggen en toepassen. Aan het einde van de les ken je het verschil tussen absorberen en adsorberen. Aan het einde van de les ken je de begrippen adsorptiemiddel en Norit. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen zuivere stoffen en mengsels benoemen. Aan het einde van de les kun je het schema van scheidingsmethodes uitleggen.

Wat weet je al over drinkwaterbereiding en scheidingsmethoden?

Drinkwaterbereiding uit grondwater of oppervlaktewater

Drinkwater kan worden verkregen uit grondwater, oppervlaktewater of duinwater. Grondwater is gefilterd regenwater dat zich ondergronds ophoopt. Oppervlaktewater bevat meer verontreinigingen en vereist methoden zoals bezinken, filtreren en adsorberen om het te zuiveren. Duinwater is oppervlaktewater dat door de duinen is gefilterd.

Wanneer ga je bezinken en filtreren?

Suspensies en oplossingen zijn mengsels van water met respectievelijk onoplosbare en oplosbare stoffen. Om deze te scheiden, gebruiken we methoden als bezinken, filtreren, indampen en destilleren.

Wat is adsorberen?

Adsorptie is een methode waarbij smaak- en geurstoffen aan een adsorptiemiddel zoals actieve kool (Norit) hechten.

Filtreren

Filtreren is een scheidingsmethode waarbij een filter onoplosbare stoffen tegenhoudt en het filtraat doorlaat.

Hoe kun je een oplossing scheiden?

Indampen is een scheidingsmethode waarbij een opgeloste vaste stof achterblijft na het verdampen van de vloeistof. Destilleren is een scheidingsmethode waarbij de verdampte vloeistof wordt opgevangen en afgekoeld tot vloeibaar water, het distillaat.

Scheidingsmethoden

Oppervlaktewater: Water uit rivieren en meren dat veel verontreinigingen bevat. Grondwater: Water dat door de grond is gezakt en op een ondoordringbare laag terechtkomt, waar het zich als een ondergronds meer verzamelt. Duinwater: Vervuild oppervlaktewater dat door de duinen is gefilterd en als schoon grondwater wordt opgepompt. Suspensie: Een troebel mengsel van water en onoplosbare stoffen. Oplossing: Een helder mengsel van water en oplosbare stoffen. Bezinken: Een scheidingsmethode waarbij onoplosbare stoffen naar de bodem zakken en het heldere water wordt afgeschenken. Filtreren: Een scheidingsmethode waarbij een filter onoplosbare stoffen tegenhoudt en het filtraat doorlaat. Residu: De onoplosbare stoffen die in het filter achterblijven na filtratie. Filtraat: Het heldere water dat door het filter heen gaat bij filtratie. Indampen: Een scheidingsmethode waarbij een opgeloste vaste stof achterblijft na het verdampen van de vloeistof. Destilleren: Een scheidingsmethode waarbij de verdampte vloeistof wordt opgevangen en afgekoeld tot vloeibaar water, het distillaat. Adsorberen: Een scheidingsmethode waarbij smaak- en geurstoffen aan een adsorptiemiddel zoals actieve kool hechten. Absorberen: Het opnemen van vloeistoffen of gassen in een materiaal. Adsorptiemiddel: Een stof die andere stoffen aan zijn oppervlak kan hechten, zoals actieve kool. Norit: Een merknaam voor actieve kool, gebruikt als adsorptiemiddel.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.