Woordenschat vwo2 3.3 les 2

Pak een leesboek en start met lezen 
Instructie woordenschat
Aan het werk 
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak een leesboek en start met lezen 
Instructie woordenschat
Aan het werk 
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Woordenschat les 2 
Doel van de les:

Ik weet wat morfologie is.
Ik kan woorden opdelen in morfemen.
Ik weet het verschil tussen gelede en ongelede woorden.
Ik weet op welke manieren werkwoorden worden gevormd. 

Slide 2 - Slide

Theorie 
Veel woorden kun je verdelen in stukjes: morfemen

Talentjes kun je splitsen in:
talent: gave
je: verkleinwoord
s: meervoud van het zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Slide

Theorie 
Morfologie: Studie naar de bouw van woorden.

Grondwoord: Het belangrijkste woord. Bijvoorbeeld talent
Samenstelling: Combineren van twee woorden: Zangtalent.
Afleiding: Toevoegen van voor- of achtervoegsel: onschuldig, dat bestaat uit het voorvoegsel on-, het grondwoord schuld en het achtervoegsel -ig.

Slide 4 - Slide

Gelede en ongelede woorden
Gelede woorden bestaan uit meerdere morfemen 
(zangtalent, talentjes)
Ongelede woorden bestaan uit één morfeem (talent, groen)

Slide 5 - Slide

Zelf proberen
Kies een grondwoord. Schrijf deze op een blaadje.
Maak van dit woord een samenstelling (zangtalent).
Maak van dit woord een afleiding (onschuldig).

Wissel je antwoord uit met degene naast je. 
timer
1:30

Slide 6 - Slide

Welke van deze woorden is ongeleed?
A
kader
B
aartslui
C
leerplichtwet
D
gifvrij

Slide 7 - Quiz

timer
1:00
Bedenk drie woorden met het morfeem -vrij.

Slide 8 - Mind map

Uit welke morfemen bestaat gifvrij? Typ de woorden, gescheiden door een spatie.
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Uit welke morfemen bestaat leerplichtwet? Typ de woorden, gescheiden door een spatie.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Route 1
Maken opdracht 11, 12, Test jezelf 3.3

Klaar?
Nakijken opdrachten van les 1 en 2
Woorden oefenen (blz. 22/24,66/68,111/112)
Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)
Maken de opdrachten van morgen

Slide 11 - Slide

Route 2
Maken opdracht 12, test jezelf 3.3

Klaar? 
Nakijken opdrachten van les 1 en 2
Woorden oefenen (blz. 22/24,66/68,111/112)
Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)
Maken de opdrachten van morgen

Slide 12 - Slide

Route 3
Maken opdracht 16, test jezelf 3.3

Klaar? 
Nakijken opdrachten van les 1 en 2
Woorden oefenen (blz. 22/24,66/68,111/112)
Oefenen met de flitskaarten (digitale methode)
Maken de opdrachten van morgen

Slide 13 - Slide