This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Terugblik
Je krijgt een vraag over de stof van vorige week
Je krijgt een vraag over de stof van meer dan twee weken geleden
Je krijgt een vraag over de stof van 6 weken geleden
Slide 3 - Slide
Wat is een indirecte belasting?
A
Een belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaalt
B
Een belasting die je via de belastingdienst aan de overheid betaalt
C
Een belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt
Slide 4 - Quiz
Je ontvangt per week € 10,- aan zakgeld. Hoeveel zakgeld ontvang je per maand? *
Slide 5 - Open question
Begin 2021 kostte de Playstation € 500,-. Nu kost de Playstation vanwege de hoge vraag € 530. Met hoeveel procent is de prijs gestegen?*
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Vat voor mij eens samen wat primair en overdrachtsinkomen is?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
In 2017 zijn 9,1 miljoen mensen betrokken bij het maken van de goederen/diensten. Het Nationaal inkomen is € 717 miljard. Wat is het gemiddelde primaire inkomen per persoon?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Film productiefactoren en inkomens
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Stap 1 : herken in de vraag dat je deze formule moet gebruiken
Als er wordt gevraagd om een stijging of daling in percentage te berekenen
Stap 2: nieuw en oud uit de gegevens halen
Stap 3: gegevens in de formule invullen
Let op eerst nieuw - oud uitrekenen, daarna pas delen en x
Stap 4: percentages altijd afronden op een decimaal
Slide 22 - Slide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Voorbeeld:
De prijs van een broek was € 60,-. Nu is de prijs € 75. Wat is de procentuele verandering?
Slide 23 - Slide
Formule Procentuele verandering
Procentuele verandering = (Nieuw - Oud) / Oud x 100
Voorbeeld:
De prijs van een broek was € 60,-. Nu is de prijs € 75. Wat is de procentuele verandering?
(75 - 60) / 60 x 100 = 25%
Slide 24 - Slide
Nog een voorbeeld
Ik heb in een winkel 20 macbooks te koop. Daarnaast verkoopt de winkel ook nog 40 andere laptops. Hoeveel procent van de laptops is een macbook?
Welke formule moet je gebruiken?
Slide 25 - Slide
Nog een voorbeeld
Ik heb in een winkel 20 macbooks te koop. Daarnaast verkoopt de winkel ook nog 40 andere laptops. Hoeveel procent van de laptops is een macbook?
Welke formule moet je gebruiken?
deel/geheel x 100
20/60 x 100 = 33,3%
Slide 26 - Slide
Noem twee dingen die je vandaag in deze les hebt geleerd?