Parkinson aangepast korte versie

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Doelstelling

Je kunt aan het einde van deze les benoemen wat bij Parkinson de oorzaak is, de verschijnselen, de behandelmethodes en de specifieke verzorgende aspecten

De ziekte van Parkinson is een spierziekte.

1. Waar
2. Niet waar

Van welke neurotransmitter heeft iemand met Parkinson tekort?

1. Serotine
2. kinine
3. amfetamine
4. dopamine

Kenmerken van Parkinson?

1. Trillen
2. Zweten
3. Buikpijn
4. Hersenbloeding

In rust is het beven bij Parkinson patienten erger dan bij beweging

1. juist
2. onjuist

Verschijnsel van Parkinson = rigiditeit

Wat betekent dit?

1. Trillen
2. spierstijfheid
3. maskergelaat
4. Geen van allen

Parkinson is met medicatie te genezen.

1. Waar
2. Niet waar

"Dhr van der M. (58) heeft de ziekte van Parkinson. Dhr heeft hulp nodig bij het eten en zijn dagelijkse verzorging zoals wassen en aankleden. Hij heeft 24-uurszorg nodig en verblijft in een verpleeghuis.
Via welke wet wordt dit geregeld?

1. WGBO
2. WKKGZ
3. WLZ
4. WVGGZ

De levensverwachting bij Parkinson is gelijk aan die van gezonde mensen.

1. Juist
2. Onjuist

De lesstof over Parkinson heb ik begrepen

0100