Woensdag 17 november

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Tekstverbanden
* Zelfstandig aan de slag
*Evaluatie leerdoel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Tekstverbanden
* Zelfstandig aan de slag
*Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Slide

Hoe is de opbouw van een alinea?

Slide 2 - Open question

Horen de alinea's bij inleiding, middenstuk of slot? 
inleiding
middenstuk
slot
alinea 1
alinea 2
alinea 3
alinea 4
alinea 5

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen vandaag

Je benoemt de tekstverbanden opsomming, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak en gevolg.

Slide 4 - Slide

Welke tekstverbanden geven de signaalwoorden aan?
Signaalwoorden geven een verband aan.
Handig, want zo krijg je als lezer een signaal over wat er gaat komen in een tekst. 



Slide 5 - Slide

Voorbeelden
Opsomming
Daarnaast, vervolgens, bovendien, eerst, niet alleen … maar ook, daarna, ook, tevens, en, zowel … als
Tijdvolgorde
Toen, daarna, eerst, toen, vroeger, nu, later, eerder
Tegenstelling
Daarentegen, echter, maar, toch
Oorzaak en gevolg
Daardoor, waardoor, doordat 

Oorzaak en gevolg 

Slide 6 - Slide

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 7 - Quiz

Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 2

Van het kopje lezen maken >
- tekstdelen

Klaar? > verder werken aan Nederlands of eigen leerdoelen

Slide 8 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 9 - Quiz

Verwijswoord
signaalwoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 10 - Drag question

'Maar' is een signaalwoord. Bij welk verband hoort dit signaalwoord?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming

Slide 11 - Quiz

WAAR
 NIET
WAAR
Signaalwoorden geven alleen verbanden aan tussen woorden en zinnen.
Een signaalwoord zorgt ervoor dat je een bepaald verband kunt herkennen.
Een signaalwoord is één woord.

Slide 12 - Drag question

Signaalwoord voor een volgorde
Signaalwoord voor een tegenstelling
Eerst
Maar
Echter
Daarna
Vervolgens
Ten slotte

Slide 13 - Drag question

Ik kan verbanden en signaalwoorden aangeven
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll