De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn gelijk.
Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.
Slide 18 - Slide
Activeren
Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan. Een stapje verder dan overtuigen.
Bijvoorbeeld: advertentie,
filmposter, verkiezingsaffiche.
Slide 19 - Slide
Amuseren
De schrijver wil dat je plezier beleeft.
Bijvoorbeeld: strip, roman
Slide 20 - Slide
Beschouwen
De schrijver wil dat de lezer zijn eigen mening vormt door informatie te verschaffen en verschillende kanten te belichten.
Slide 21 - Slide
Instructie geven
De schrijver wil je uitleggen hoe je iets moet doen.
Voorbeelden: recepten, gebruiksaanwijzingen
Slide 22 - Slide
Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren
Slide 24 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren
Slide 25 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen
Slide 26 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren
Slide 27 - Quiz
Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
Slide 28 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren
Slide 29 - Quiz
Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren
Slide 30 - Quiz
Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren
Slide 31 - Quiz
Een reclame heeft als belangrijkste doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
beschouwen
D
informeren
Slide 32 - Quiz
Huiswerk nakijken
Jullie hebben gemaakt: H2 opdracht 1
Kijken we volgende week na.
Slide 33 - Slide
Huiswerk
Noteer in je agenda voor maandag 28 november lesuur 5:
Maken H2 opdracht 2 t/m 5
Slide 34 - Slide
Aan de slag
Keuze
1. Verbeter je beeldgedicht (verwerkingsopdracht poëzie)
of
2. Maak een start met je kort verhaal; gebruik hierbij de theorie uit de LessonUp en deze website: klik hier
of
3. Ga alvast aan de slag met je huiswerk (leesvaardigheid)
Keuze
Slide 35 - Slide
Ben je klaar?
Ga dan aan de slag met je PO. Lees de opdracht in de LessonUp (nogmaals) goed door.
Ga vervolgens op zoek naar gedichten en vertel daar in 150 woorden iets over. Hiervoor gebruik je de theorie uit de LessonUp's die ik met je gedeeld en besproken heb.
Bekijk het inkijkexemplaar als de opdracht je niet duidelijk is, of bekijk in Teams het voorbeeld. Of vraag mij :-)
Slide 36 - Slide
Zijn voor jou de lesdoelen behaald
Ik kan uitleggen welke verschillende tekstdoelen er zijn.
Slide 37 - Slide
Volgende les
Je neemt je leesboek mee.
We gaan verder met leesvaardigheid, ik geef jullie uitleg over onderwerp en hoofdgedachte.