Herhalen REP

(Versterkt) Broeikaseffect
Het broeikaseffect = het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring   ->  broeikasgassen als koolstofdioxide (CO₂)
 
Maar: versterkt broeikaseffect -> Opwarming aarde door extra broeikasgassen


1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

(Versterkt) Broeikaseffect
Het broeikaseffect = het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring   ->  broeikasgassen als koolstofdioxide (CO₂)
 
Maar: versterkt broeikaseffect -> Opwarming aarde door extra broeikasgassen


Slide 1 - Slide

Minder CO₂ in de dampkring

2 mogelijkheden:
1. Energiebesparing: minder fossiele brandstoffen gebruiken

2. Energietransitie: geen fossiele brandstoffen maar duurzame energiebronnen gebruiken

Slide 2 - Slide

Van grijs naar groen
In Nederland is het aandeel duurzame energie nog klein.
Windenergie:






Windmolenparken op zee: duurder, maar meer energie

Slide 3 - Slide

Energiebron
Voordeel
Nadeel
Windenergie
Steeds groter, goedkoper en beter
Betrouwbaarheid: geen wind, geen energie
Lawaai en lelijk
Zonne-energie
Iedereen kan het doen
Betrouwbaarheid: geen zon, geen energie
Biomassa
Afval wordt nuttig gebruikt
Zonder herplanting, niet duurzaam
Hydro-elektriciteit
Je maakt niks op / goedkoop
Stuwmeren -> gebied komt onder water
Geothermische energie
Goedkoop
Niet overal dicht aan het aardoppervlak
Lucht-en bodemwarmte
Iedereen kan het doen
Duur

Slide 4 - Slide

Bron 1: Neerslag, meer en heviger
De hoeveelheid neerslag neemt toe:
  • niet vaker, wel meer tegelijk.

Oorzaak: 
  1. De lucht boven zee warmt op, er is meer verdamping
  2. Vochtige westenwinden (wind vanaf zee)
  3. Meer regen

Slide 5 - Slide

Bron 2: droge zomers
Meer perioden met langdurige droogte, vooral in de zomer:
  • weinig regen, grote verdamping. 
  • Verdamping: als het warmer, zonniger en meer wind is.

  • Nederland: gemiddeld meer neerslag dan verdamping = neerslagoverschot
    Voorjaar en zomer: neerslagtekort
    Waterbalans = verschil neerslag en verdamping

Slide 6 - Slide

Bron 3: Stijgende temperatuur
De winters worden zachter en de zomers warmer.

- meer zomerse en tropische dagen
- minder vorstdagen en ijsdagen  

Slide 7 - Slide

Bron 4: klimaatscenario's 
Vier scenario's
G: Verandert weinig. Alleen 1ºC stijging
W: Alleen 2ºC stijging.


G+: 1ºC stijging & verandering wind!
Winter = westenwind -> zacht en nat.
Zomer = oostenwind -> warm en droog


W+: 2ºC stijging & verandering wind!
Winter = westenwind -> zacht en nat.
Zomer = oostenwind -> warm en droog


Slide 8 - Slide

Bron 5:
Stedelijk warmte-eiland
In steden is het gemiddeld warmer dan in het omliggende landelijke gebied = stedelijk warmte-eiland

  • Stenen, asfalt en staal houden veel warmte vast
  • Op het platteland meer begroeiing en minder stenen. In de stad zijn er veel stenen, asfalt, staal In de stad 
  • Dit maakt de stad warmer dan het platteland

Slide 9 - Slide

Onder de zeespiegel
klimaatadaptatie = aanpassing aan de klimaatverandering om de gevolgen ervan te verminderen

Nederland moet tegen de zee worden beschermd door primaire waterkeringen
 - duinen
 - dijken en dammen
 - stormvloedkeringen: beweegbare zeearmen

Slide 10 - Slide

De zeespiegel stijgt
Door bodemdaling komt het land lager te liggen ten opzichte van de zeespiegel

Bodemdaling + zeespiegelstijging = relatieve zeespiegelstijging

Slide 11 - Slide

De zeespiegel stijgt
Stijging van de zeespiegel heeft twee oorzaken:
  1. Afsmelten van landijs
  2. Zeewater warmt op en zet uit.


Slide 12 - Slide

De bodem daalt
1. Door winning delfstoffen: aardgas

2. Ontwateren van  veengebieden

Veen = kletsnatte, sponsachtige grondsoort & bestaat uit dode plantenresten

Water eruit = inklinking bodem

Slide 13 - Slide

Bodemdaling
3. Ontwateren van Laag-Nederland: 
Zonder ontwatering is de bodem te nat voor de landbouw

4.  Tijdens de ijstijd zakte in Scandinavië de bodem met z’n 250 m in door landijs
  • Nu komt de bodem in Scandinavië weer omhoog.
  • Nederland: andersom door ‘wipwerking’.

Slide 14 - Slide

Zand beschermt
Maatregelen om de kust te beschermen:
- dijkverbetering: hogere en sterkere dijken
- verbetering duinen met zand


Zandsuppletie = toevoeging zand.
golven verliezen hun slopende kracht & duinen worden hoger en breder door opwaaiend zand

Slide 15 - Slide

B96: Debiet en regiem
Vaker piekafvoer (= het debiet) van rivieren door:
- zware stortbuien
- minder sneeuw, meer regen = grotere kans op overstromingen

De inrichting moet worden aangepast aan de gevolgen van klimaatverandering = klimaatadaptatie
Oude inrichting rivierengebied al ingesteld op ‘gewone’ schommelingen.

Slide 16 - Slide

s

s


  1. Weinig water
  2. Tussen zomerdijken
  3. Uiterwaarden voor landbouw
UiiterwVs
s



  1. Veel water
  2. Tussen winterdijken
  3. Uiterwaarden onder water

Slide 17 - Slide

Ruimte voor de rivier
IJsselmeer!!

Slide 18 - Slide

Droogte en hitte
Hittestress bij warme dagen:
Gevolgen
  • Hogere sterfte- en ziektecijfers
  • Minder productiviteit
  • Meer agressie

Effect stedelijk warmte-eiland versterkt door verstening -> leidt ook tot wateroverlast -> regenwater kan niet wegzakken, ineens veel water in beken & rivieren = kortere vertragingstijd

Slide 19 - Slide

Droogte en hitte
Antwoord is vergroening van de stad:
  1. schaduw
  2. verkoeling door verdamping
  3. regenwater kan wegzakken in de bodem
klimaatbestendige inrichting


Slide 20 - Slide

Natte voeten
Op sommige plekken in Nederland daalt de bodem.

Grootste daling: veengebieden West- en Noord-Nederland:
  1.  inklinking: water uit veen -> zakt in
  2. veenoxidatie: kan nu zuurstof bij
    -> verteren plantenresten

Slide 21 - Slide

Op welke grond kan je het beste bouwen?
Zand: grove korrels. Water zakt makkelijk weg door veel ruimte tussen de korrels.
Klei: deeltjes plakken aan elkaar. Houdt water vast. Is heel vruchtbaar.
Löss. Heel fijn zand, daardoor houdt het water iets beter vast = vruchtbaar
Veen: plantenresten die onderwater terecht zijn gekomen. Veen is een spons, houdt heel veel water vast = drassig

Slide 22 - Slide

Zinkende stad
Gouda: op veen gebouwd, maar vaak zonder palen -> verzakkingen, wateroverlast, scheuren in muren

Geen echte oplossing:
  1. Nieuwe funderingen te duur
  2. Grondwaterstand verlagen -> paalrot

Maatwerk lost een deel op. Grootste problemen: tuinen, straten, leidingen


Slide 23 - Slide

Gas in Groningen
3 km diep onder de grond

  1. Aardgas is opgesloten in zandsteen.
  2. Daarboven ligt een afsluitende laag, een zoutlaag. Het gas kan niet weg = druk in de laag. 
  3. Door het boren naar gas verdwijnt die druk langzaam.
  4. Bovenliggende lagen drukken dan de zandsteenlaag langzaam in elkaar = compactie. 
  5. Bodemdaling

Slide 24 - Slide