Herhaling voor SO

Wat gaan we doen?
 Zelfstandig leren / oefentoets maken (stil) of meedoen met herhalingsuitleg 



1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
 Zelfstandig leren / oefentoets maken (stil) of meedoen met herhalingsuitleg 



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Minder CO₂ in de dampkring

2 mogelijkheden:
1. Energiebesparing:
Minder lang douchen, verwarming lager
2. Energietransitie:
Naar duurzame energie, zoals: zonne-energie, windenergie

Slide 3 - Slide

Van grijs naar groen
In Nederland vooral: aardgas, aardolie en steenkool. 
Minder steenkool, want wordt niet meer gewonnen.

Langzame energietransitie: meer wind- en zonne-energie. 

Slide 4 - Slide

Samenvatting 6.2
Neerslag neemt toe, want:
klimaatverandering -> vochtige westenwind

Langdurige droogte in zomer door meer verdamping:
door warmer, zonniger en winderig weer.

Belangrijk:
Westenwind = vochtig, Oostenwind = droog

Slide 5 - Slide

Samenvatting 6.2
Vier scenario's 
  1. G: Verandert weinig. Alleen 1ºC stijging 
  2. W:  Alleen 2ºC stijging.

  3. G+: 1ºC stijging & Verandering luchtstroom! Winter = westenwind -> zacht en nat. Zomer = oostenwind -> warm en droog
  4. W+: 2ºC stijging.
    Winter = westenwind -> zacht en nat. Zomer = oostenwind -> warm en droog

Slide 6 - Slide

Samenvatting 6.2
Winters zachter + zomers warmer:

  1. Meer zomerse, tropische dagen & hittegolven 
  2. Minder vorstdagen & ijsdagen

Slide 7 - Slide

Samenvatting 6.2
In steden is het gemiddeld warmer dan in het omliggende landelijke gebied = stedelijke warmte-eiland

Want: stenen, asfalt en staal nemen meer warmte op dan begroeiing

Slide 8 - Slide

Paragraaf 6.3
Klimaatadaptatie = aanpassing aan de klimaatverandering om de gevolgen ervan te verminderen

Nederland heeft primaire waterkeringen
 - duinen
 - dijken en dammen
 - stormvloedkeringen: beweegbare zeearmen
Belangrijk voor gebieden onder zeeniveau (bv. polder)

Slide 9 - Slide

Relatieve zeespiegelstijging
Bodemdaling + zeespiegelstijging = relatieve zeespiegelstijging
Zeespiegelstijging door:
1. Warm water zet uit
2. Afsmelten landijs

Bodemdaling door:
1. Ontwateren van (veen)bodem
2. Ontwateren Laag-Nederland
3. Winning aardgas
4. Wip-werking smelten Scandinavië 

Slide 10 - Slide

Nederlandse kust
Aanslibbingskust: Meer zand wordt aangevoerd dan dat er wordt afgevoerd
= strand wordt groter + ontstaan strandwallen -> verhoging duinen

Versterkt door zandsuppletie

Slide 11 - Slide