Nieuw-Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 4

Meervoud zelfstandige naamwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Slide 1 - Slide

Meervoud zelfstandig naamwoord
zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
klemtoon op de laatste lettergreep? -ën 
knie - knieën
melodie - melodieën

klemtoon niet op de laatste lettergreep? ¨n
bacterie - bacteriën
kolonie - koloniën
zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
-ën
zee - zeeën
idee - ideeën
-IE



-EE

Slide 2 - Slide

Spelling meervoud zelfstandige naamwoorden
Bij de meeste woorden schrijf je en of s achter het enkelvoud (bijv. boek-boeken | niveau-niveaus)
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen (bijv. maan-manen | pan-pannen)
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je ’s.
(bijv. auto-auto's | 
Als het woord eindigt op ee, schrijf je ën erachter.
(bijv. slee-sleeën | fee-feeën)

Slide 3 - Slide

meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Slide

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
ski
A
Skiën
B
Ski's

Slide 5 - Quiz

Welk zelfstandig naamwoord heeft geen meervoud?
A
reis
B
meisje
C
rijst
D
les

Slide 6 - Quiz

Als zelfstandige naamwoorden in het meervoud staan, is het lidwoord:....
A
de
B
het
C
een
D
deze

Slide 7 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
monnik
A
Monnikken
B
Monniken

Slide 8 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
Paragraaf
A
Paragrafen
B
Paragraven

Slide 9 - Quiz

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 10 - Quiz

Er zijn zelfstandige naamwoorden zonder meervoud.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord dat op EAU eindigt krijgt altijd 's.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 12 - Quiz


Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Welke is juist?
A
kopie - kopieën
B
kopie - kopiën

Slide 13 - Quiz

Welk zelfstandig naamwoord staat in het meervoud?
A
politie
B
liefde
C
goederen
D
postzegel

Slide 14 - Quiz

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het
meervoud met
A
-een
B
-ën
C
-en
D
eën

Slide 15 - Quiz

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 16 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie
A
Kniën
B
Knies
C
Knieën

Slide 17 - Quiz