This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De Waterkringloop
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doelstelling
Aan het einde van deze les kun je de waterkringloop beschrijven en uitleggen hoe deze werkt.
Slide 2 - Slide
Leg aan het begin van de les aan de leerlingen uit wat het doel van de les is.
Wat weet jij al over de waterkringloop?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is de waterkringloop?
De waterkringloop is het proces waarbij water verdampt, condenseert en weer neerslaat op het aardoppervlak.
Slide 4 - Slide
Leg aan de hand van een afbeelding uit wat de waterkringloop is.
Verdamping
Verdamping is het proces waarbij water verdampt vanaf het aardoppervlak en opstijgt in de lucht.
Slide 5 - Slide
Laat de leerlingen voorbeelden van verdamping noemen en vraag waar ze denken dat het water naartoe gaat.
Condensatie
Condensatie is het proces waarbij waterdamp in de lucht afkoelt en weer vloeibaar wordt.
Slide 6 - Slide
Leg aan de hand van een afbeelding uit wat condensatie is en vraag de leerlingen wat er gebeurt als waterdamp afkoelt.
Neerslag
Neerslag is het water dat uit de lucht valt in de vorm van regen, sneeuw of hagel.
Slide 7 - Slide
Leg uit welke vormen van neerslag er zijn en waar het vandaan komt.
Oppervlakkige afvoer
Oppervlakkige afvoer is het proces waarbij water op het aardoppervlak stroomt en uiteindelijk in rivieren en oceanen terechtkomt.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat oppervlakkige afvoer is en waar het water uiteindelijk naartoe gaat.
Grondwater
Grondwater is het water dat in de grond zit en uiteindelijk in rivieren en oceanen terechtkomt.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat grondwater is en waar het uiteindelijk naartoe gaat.
Samenvatting
De waterkringloop is het proces waarbij water verdampt, condenseert en weer neerslaat op het aardoppervlak. Het water kan vervolgens oppervlakkig afvloeien, in de grond terechtkomen en uiteindelijk in rivieren en oceanen terechtkomen.
Slide 10 - Slide
Vat de les kort samen en vraag de leerlingen om vragen te stellen of opmerkingen te maken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.