Havo 3 H7 externe effecten

Wat gaan we vandaag doen?
- Werken met LessonUp
- neem je mobiel voor je naast je laptop

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
- Werken met LessonUp
- neem je mobiel voor je naast je laptop

Slide 1 - Slide

Hoe vaak eten jullie thuis vlees in de week?
A
Nooit
B
1 tot 3 keer in de week
C
3 tot 6 keer in de week
D
Elke dag

Slide 2 - Quiz

Scheiden jullie thuis je afval?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Ben je bereid meer te betalen voor iets dat milieubewust is gemaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Leerdoel
Hoofstuk:
Aan het einde van dit hoofstuk kan je een bewuste keuze maken tijdens het consumeren.

Deze les:
Aan het eind van de les kan je benoemen wat positieve en negatieve externe effecten zijn. 

Slide 5 - Slide

Stel dat
het broodje dat je wilt kopen in de kantine €2,- kost. Dit broodje is ingepak in plastic en zit in een papieren doosje. Je betaalt en krijgt er een servetje bij. 

Wat vind jij het belangrijkst? Zet voor jou in de juiste volgorde:

Slide 6 - Slide

De prijs
De kwaliteit
Hoe lekker het is
De gevolgen voor het milieu
Hoeveel afval het oplevert
Hoe gezond het is

Slide 7 - Drag question

Waarom is iedereen zijn volgorde anders?

Slide 8 - Open question

Wat zijn de gevolgen van jouw consumpties?
Gevolgen van de consumptie die niet in de prijs een product worden meegenomen maar wel de welvaart van andere beïnvloeden noemen we externe effecten
Positieve externe effecten
Negatieve externe effecten

Slide 9 - Slide

Verpakkingsmateriaal eindigt in de oceaan als "plastic soep"
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect

Slide 10 - Quiz

Een nieuwe weg naar Lelystad maakt het makkelijk voor de inwoners van Flevoland om in de hoofdstad te gaan werken
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect

Slide 11 - Quiz

Om de files te bestrijden wordt de A27 uitgebreid met extra rijstroken. Hiervoor wordt een stuk natuurgebied opgeofferd.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect

Slide 12 - Quiz

Drugsafval wordt massaal gedumpt in natuurgebieden.
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect?

Slide 13 - Quiz

De afgelopen 20 jaar steeg het aantal aardbevingen in Nederland sterk. In 2018 vonden in Groningen in totaal 90 aardbevingen plaats waarvan 15 boven de 1,5 op de schaal van Richter. Onderzoek wijst uit dat de aardgaswinning hiervan de belangrijkste oorzaak is. Vele Groningers meldden schade aan hun huizen.
Is de volgende bewering juist of onjuist?
Aardbevingen zijn een negatief extern effect van aardgaswinning.


A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kinderen meer groenten en fruit gaan eten als ze op de basisschool in een schooltuin hebben gewerkt. Voorlichting over gezonde voeding brengt de leerlingen wel kennis bij, maar leidt niet tot aanpassing van het voedingspatroon.
Is de volgende beweringen juist of onjuist?
Meer groenten en fruit eten is een negatief extern effect van schooltuinen.

A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

In 2019 doen de oranje leeuwinnen het goed op het WK in Frankrijk. De Nederlandse detailhandel verkoopt veel merchandise: vlaggetjes, petjes, shirts, posters, enzovoorts.
De milieubeweging ziet na elke wedstrijd een toename van het zwerfafval dat volgens een woordvoerder ‘een oranje gloed verspreid’.
De Nederlandse voetbalclubs zien in de periode na het WK hun ledenaantal groeien. Vooral meisjes zijn geïnspireerd door het succes en schrijven zich in bij een voetbalclub.
Deelname van de oranje leeuwinnen aan het WK-voetbal heeft een negatief extern effect op:

A
detailhandel
B
milieu
C
voetclubs
D
oranje leeuwinnen

Slide 16 - Quiz

In 2019 doen de oranje leeuwinnen het goed op het WK in Frankrijk. De Nederlandse detailhandel verkoopt veel merchandise: vlaggetjes, petjes, shirts, posters, enzovoorts.
De milieubeweging ziet na elke wedstrijd een toename van het zwerfafval dat volgens een woordvoerder ‘een oranje gloed verspreid’.
De Nederlandse voetbalclubs zien in de periode na het WK hun ledenaantal groeien. Vooral meisjes zijn geïnspireerd door het succes en schrijven zich in bij een voetbalclub.
Deelname van de oranje leeuwinnen aan het WK-voetbal heeft een positief extern effect:

A
detailhandel en milieu
B
detailhandel en voetbalclubs
C
milieu en voetbalclubs

Slide 17 - Quiz

Els er Erna staan bij het schap met tomaten in de supermarkt. Er liggen twee soorten trostomaten: Spaanse en Nederlandse. Els en Erna twijfelen over wat de beste keuze is. Els beweert dat de Spaanse tomaat milieuvriendelijker is omdat deze niet in verwarmde kassen wordt gekweekt. Erna beweert dat de Nederlandse tomaat milieuvriendelijker is omdat deze niet helemaal van Spanje naar Nederland hoeft te worden vervoerd.
Makkelijkste oplossing voor Els en Erna om hen bij hun keuze te helpen?
A
een keurmerk
B
meer transparantie
C
betere informatievoorziening

Slide 18 - Quiz

Gezonde keuze of goedkope keuze?
Op de vraag wat mensen belangrijk vinden in het leven scoort ‘een goede gezondheid’ erg hoog. Toch blijkt dat diezelfde mensen vaak ongezonde keuzes maken als het gaat om welk voedsel ze kopen.
Wat is een mogelijke verklaring voor dit tegenstrijdige gedrag?

A
Mensen hebben te weinig informatie over wat gezond is en wat niet.
B
Mensen zijn niet altijd bereid om een hoge prijs te betalen voor gezond voedsel.
C
Mensen vinden dat ze al genoeg andere dingen doen om gezond te blijven.
D
Alle bovenstaande verklaringen kunnen waar zijn.

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
Externe effecten hebben altijd betrekking op het milieu.


A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Ook huisdieren kunnen een donorcodicil bij zich dragen. Deze dieren worden na hun dood gebruikt aan de opleidingen voor diergeneeskunde. Een respectvolle omgang tussen mens en dier staat bij deze opleidingen centraal. Baasjes die hun huisdier doneren dragen daarmee hun steentje bij aan een wereld zonder proefdieren. Dankzij de gedoneerde dieren worden aan sommige universiteiten geen dieren meer gefokt om als proefdier te dienen in bijvoorbeeld het chirurgieonderwijs.
In bovenstaand voorbeeld is sprake van:

A
de morele vrijbrief
B
maatschappelijk bewust consumeren
C
een positief extern effect
D
een negatief extern effect

Slide 21 - Quiz

Wat past niet bij een consument die duurzaam wil leven?

A
kleding kopen op een rommelmarkt
B
kleding in de uitverkoop kopen
C
kleding van biologische geteelde kantoen
D
naar kleding-ruilbeurs gaan

Slide 22 - Quiz

Wat ga je onthouden van deze les?

Slide 23 - Open question