SPQR 2.1-2.3 werkwoord

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Werkwoorden in het Latijn

SPQR 2.1-2.3

In deze lessonup

- herhaal je wat je al weet over het werkwoord

- leer je over stam en uitgang

- leer je alle persoonsvormen van het praesens

- leer je de vier stamgroepen

- leer je wat een bindvocaal is

Wat weet je al van het werkwoord in het Latijn?

Herhaling!

Praesens = tegenwoordige tijd 

Persoonsuitgangen

 neem deze slide over in je schrift!

1e ev

2e ev

3e ev

1e mv

2e mv

3e mv

inf

-s

-tis

-mus

-re

-t

-o

-nt

vendunt

1. ik verkoop
2. zij verkopen
3. wij verkopen
4. jullie verkopen

narratis

1. jullie vertellen
2. wij vertellen
3. vertellen
4. zij vertellen

vincis

1. wij overwinnen
2. ik overwin
3. jullie overwinnen
4. jij overwint

sedemus

sedes

sedetis

sedeo

jullie zitten

jij zit

ik zit

wij zitten

Neem deze slide over in je schrift

Neem deze slide over in je schrift

Neem deze slide over in je schrift 

Bindvocaal

- klinker tussen stam en uitgang om de uitspraak te vergemakkelijken

- bij mk-stam: i & u (bij 3e mv) & e (bij inf)

- bij i-stam: u (bij 3e mv)

Overig opvallend => Wegvallen van stamklinker: 

-bij a-stam: 1e ev

*soms streepje onder de e: e

Het helpt heel erg om het goed uit te spreken!

Hoe vind je de stammen terug in de woordenlijst? 

wat is de stam van:
exspectare

1. exspect
2. exspe
3. exspecta
4. exspectar

wat is de stam van:
debēre

1. deb
2. deber
3. debe
4. debere

wat is de stam van:
venire

1. veni
2. venire
3. ven
4. venir

wat is de stam van:
vivere

1. vive
2. viv
3. viver
4. vi

Bij welke stamgroep hoort:

docēre

1. a-stam
2. e-stam
3. mk-stam
4. i-stam

Bij welke stamgroep hoort:

discedere

1. a-stam
2. e-stam
3. mk-stam
4. i-stam

Zet streepjes tussen stam, (bindvocaal) en uitgang:

debent (debēre)

Zet streepjes tussen stam, (bindvocaal) en uitgang:

tradis (tradere)

Vertaalstrategie

Hoe goed snap je het werkwoord in het Latijn?

-710