Oefentoets Blok 1 Handel KGT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Handel

Centrum van de wereldhandel

blok 1 KGT

Gesloten vragen

1. In welke zin is de natuurlijke bevolkingsgroei negatief?

1. Veel mensen emigreren, daardoor krimpt de bevolking.
2. Veel mensen worden geboren, daardoor groeit de bevolking.
3. Veel mensen sterven, daardoor krimpt de bevolking.
4. Veel mensen migreren, daardoor groeit de bevolking.

2. Maak de zin af. Wat is sociale bevolkingsgroei? De bevolking groeit doordat ...

1. Er meer mensen naar een land verhuizen dan er uit dat land vertrekken.
2. Er meer mensen uit een land vertrekken dan er naar dat land verhuizen.
3. Er meer mensen in een land geboren worden dan er in dat land sterven.
4. Er meer mensen in een land sterven dan er in dat land worden geboren.

3. Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Begin met de oudste gebeurtenis.

Er varen handelsschepen naar de havens van Zeeland en Holland.

De rijke kooplieden laten dure herenhuizen bouwen en geven veel geld uit aan schilderkunst.

Veel rijke Vlaamse kooplieden en geschoolde arbeidskrachten trekken naar Holland en Zeeland.

Regenten laten 1585 de Vlaamse havens van Antwerpen en Gent blokkeren.

De economie in de Republiek groeit sterk.

4. Wie is een arbeidsmigrant? Er zijn meerdere antwoorden juist.

Juist

Onjuist

A. Syriër die in 2019 naar Nederland vluchtte. 

B. Spaanse Jood die om zijn geloof werd vervolgd.

C. Poolse bouwvakker die werk heeft in Amsterdam.

D. Franse hugenoot die in Nederland veiligheid vond.

E. Vlaamse koopman die zich in Zeeland vestigde.

F. Marokkaan die in 1960 naar Nederland kwam.

Antwoorden:

1. fout

2. fout

3. fout

4. goed

5. goed

5. Welke uitspraak over de handel van de VOC is niet waar?

1. VOC kocht specerijen in Oost-Indië en bracht die naar Europa.
2. VOC gebruikte soms geweld om haar handel te verdedigen.
3. VOC had een contract gesloten met de dorpshoofden van de Banda-eilanden dat zij alleen specerijen aan VOC zouden verkopen.
4. VOC werkte samen met de Engelsen en de Portugezen om Oost-Indië te controleren.

6. Welk begrip hoort bij deze omschrijving? Zet achter elke letter het juiste cijfer.

Genocide

Aandeel

Monopolie

Regent

Het alleenrecht va de VOC op de handel in specerijen.

Een deel van een bedrijf dat iemand bezit.

Een bestuurder in de republiek.

Het uitmoorden van een bevolking.

Open vragen

Opdracht 1. Bekijk bron 2. a. Wat heeft dit schilderij te maken met hoe de Republiek werd bestuurd?

Opdracht 1. Bekijk bron 2. b. Was de macht nog steeds in handen van de adel? Leg je antwoord uit.

Opdracht 1. Bekijk bron 2. c. Welk gewest was het meest machtig in de Republiek?

Opdracht 1. Bekijk bron 2. d. Werd de Republiek goed bestuurd? Leg je antwoord uit.

Opdracht 2. Bekijk bron 3. a. Is er in Leiden sprake van een vertrekoverschot of van een vestigingsoverschot?

Opdracht 2. Bekijk bron 3. b. Leg je antwoord bij a uit.

Opdracht 2. Bekijk bron 3. c. In welke stad is de bevolkingsgroei het grootst? Leg je antwoord uit.

Opdracht 2. Bekijk bron 3. d. In welke twee steden krimpt de bevolking?

Opdracht 3.
a. Waarom waren mensen in de Republiek blij met de Vlaamse migranten?

Opdracht 3.
b. Waarom zijn sommige Nederlanders tegenwoordig niet blij met migranten?

Opdracht 4.
Leg met een voorbeeld uit waarom de integratie gemakkelijker verloopt als een migrant belangrijk is voor Nederland.

Opdracht 5.
a. In welke dure producten handelden Arabische handelaren?

Opdracht 5.
b. Noem twee voorbeelden van je antwoord bij a.

Opdracht 5.
c. Welk Europees land ontdekte als eerste een zeeroute naar Indië?

Opdracht 5.
d. Waarom zochten de Hollanders ook naar een zeeroute naar Indië?

Opdracht 6. Bekijk de foto's in bron 4.
a. Zet de juiste naam bij deze afbeelding.

Opdracht 6. Bekijk de foto's in bron 4.
a. Zet de juiste naam bij deze afbeelding.

Opdracht 6. Bekijk de foto's in bron 4.
a. Zet de juiste naam bij deze afbeelding.

Opdracht 6. Bekijk de foto's in bron 4. b. Wat is de overeenkomst tussen deze eilanden?

Opdracht 6. Bekijk de foto's in bron 4. c. Welke eilanden hebben de functie wonen?

Opdracht 6. Bekijk de foto's in bron 4. d. Welk eiland is het oudst? Leg je antwoord uit.