toets werkwoordspelling tt, vt sterk en zwakke werkwoorden

Stappenplan werkwoorden
  1. Onderstreep het onderwerp
  2. Kijk in welke tijd de zin staat: zet tt, vt of volt dw achter de zin
  3. Maak eerst de zinnen die in de tt staan. Er zijn maar drie mogelijkheden: ik-vorm, ik-vorm+t of hele ww
  4. Kijk naar de zinnen die in de vt staan. Omcirkel de sterke werkwoorden en maak deze eerst: regel ik schrijf wat ik hoor > dus nooit dt!
  5. Maak nu de vt-zinnen met de zwakke werkwoorden. Schrijf eerst overal de ik-vorm op. Bepaal daarna of het een t of d woord is (gebruik 't xkfschp). Enkelvoud ik-vorm +te/de, meervoud ik-vorm +ten/den
  6. Maak nu de zinnen waar een volt. deelwoord staat. Bepaal of het een t of d woord is of dat het eindigt op -en

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Stappenplan werkwoorden
  1. Onderstreep het onderwerp
  2. Kijk in welke tijd de zin staat: zet tt, vt of volt dw achter de zin
  3. Maak eerst de zinnen die in de tt staan. Er zijn maar drie mogelijkheden: ik-vorm, ik-vorm+t of hele ww
  4. Kijk naar de zinnen die in de vt staan. Omcirkel de sterke werkwoorden en maak deze eerst: regel ik schrijf wat ik hoor > dus nooit dt!
  5. Maak nu de vt-zinnen met de zwakke werkwoorden. Schrijf eerst overal de ik-vorm op. Bepaal daarna of het een t of d woord is (gebruik 't xkfschp). Enkelvoud ik-vorm +te/de, meervoud ik-vorm +ten/den
  6. Maak nu de zinnen waar een volt. deelwoord staat. Bepaal of het een t of d woord is of dat het eindigt op -en

Slide 1 - Slide

De leerkracht (kijken) de toetsen na.

Slide 2 - Open question

Hij (verbeteren) de fouten met een rode pen.

Slide 3 - Open question

Vorig jaar (nodigen) jullie iedereen uit.

Slide 4 - Open question

Jesse (beginnen) aan zijn huiswerk.

Slide 5 - Open question

(Rijden) je met me mee naar school?

Slide 6 - Open question

Vorig jaar (stoppen) we in de vakantie vaak bij dat wegrestaurant.

Slide 7 - Open question

Ellen (proberen) altijd op tijd te komen.

Slide 8 - Open question

De wekker (lopen) vanochtend veel te vroeg af.

Slide 9 - Open question

(Worden) de school verbouwd?

Slide 10 - Open question

Gisteren (zetten) Lara en Jaimy hun fiets daar neer.

Slide 11 - Open question

Daarnet (zien) ik een regenboog.

Slide 12 - Open question

Vroeger (leven) de mensen in armoede.

Slide 13 - Open question

(Beantwoorden) je zijn brief niet?

Slide 14 - Open question

Wat (vinden) je daarvan?

Slide 15 - Open question

Hij (beloven) toen dat hij dat niet zou doen.

Slide 16 - Open question

Vorige zomer (zwemmen) wij vaak in de zee.

Slide 17 - Open question

In de kerk wordt vaak mooi (zingen) .

Slide 18 - Open question

Nikki en Dave (durven) vorige week niet naar die enge film in de bioscoop te gaan.

Slide 19 - Open question

Gister heb ik het hele huis (stofzuigen)

Slide 20 - Open question

We (moeten) altijd stil ons werk afmaken.

Slide 21 - Open question